Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 4840 gekozen voor de structuur van het onderliggende slagenlandschap. Ook is met de belangen van omwonenden wel degelijk rekening gehouden. Zo sluit ons inziens de inrichting van het plangebied goed aan op de bestaande bebouwing en daar waar voor iets hogere bebouwing is gekozen is gezorgd voor een ruime afstand tussen de verschillende bebouwingstypes Het in het plan gehanteerde geluidsonderzoek is van december 1997 en niet van 1994 zoals door appellanten wordt beweert. Wel zijn hierin de verkeersintensiteiten voor de Westerhagelaan uit 1994 gebruikt. Voor de conclusies over de te nemen maatregelen is de verkeerssituatie in het jaar 2010 bepalend. Hiertoe is een prognose gemaakt van de verkeersintensiteiten in 2010. De in het onderzoek opgenomen waarden zijn berekende waarden en geen gemeten waarden. De rekenmethode is wettelijk voorgeschreven. Verder worden de twee geluidsbelastingen berekend voor wat betreft de dagwaarde (van 07.00 uur tot 19.00 uur) en de nachtwaarde (van 23.00 uur tot 07.00 uur)De hoogst berekende waarde is bepalend voor het vaststellen van de eventuele te nemen geluidsbeperkende maatregelen. Voor het bepalen van de te nemen maatregelen is voor de Westerhagelaan de voor de nachtperiode vastgestelde waarde (berekende waarde 10 dB(A) bepalend. Uitgangspunt bij het akoestisch onderzoek is een verkeerssnelheid van 50 kilometer zijnde de ter plaatse maximaal toegestane snelheid. Ook de reflectie vanwege de nieuwe bebouwing alsmede de meteorologische omstandigheden zijn in de berekeningen meegenomen. Ten aanzien van de vermeende toenemende verkeersonveiligheid op de Westerhagelaan door de ontsluiting van het plangebied wordt tenslotte opgemerkt dat wij deze mening niet delen met appellant. Wij zijn daarentegen, gelet op onze ervaringen in soortgelijke situaties, de mening toegedaan dat hierdoor de verkeersveiligheid zelfs zal toenemen. Door de twee extra ontsluitingen op de Westerhagelaan zal het verkeer ter plaatse worden geremd waardoor ook de snelheid in zijn algemeenheid zal afnemen hetgeen de verkeersveiligheid ten goede komt. Conclusie Deze zienswijzen worden ongegrond geoordeeld. 4. E. Mikx-van 't Hooft. Inhoud zienswijzen. De inhoud van deze zienswijze is gelijk aan die van de heer en mevrouw F. Marks-LockefeerKortheidshalve wordt hiernaar dan ook verwezen. Beoordeling. Zie de beoordeling bij de zienswijzen van de heer en mevrouw F. Marks- -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1259