Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 4838 nemen dat voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden een vergunning van het Waterschap noodzakelijk is, is geen zaak om in een planologische regeling op te nemen. Het is ons inziens een taak van de vergunningverlenende instantie zelf om dit onder de aandacht van het publiek te brengen. In het bestemmingsplan worden slechts die zaken opgenomen die relevant zijn voor de ontwikkeling van het plangebied. Conclusie Deze zienswijzen worden deels gegrond en deels ongegrond beoordeeld. Consequenties Juridische Op grond van het bepaalde in de Wet op de Ruimtelijke Ordening kunnen appellanten na de vaststelling door de raad bedenkingen inbrengen bij Gedeputeerde Staten en eventueel daarna, tegen het besluit van Gedeputeerde Staten, beroep instellen bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Communicatie De indieners van de zienswijzen zijn allen in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen nader mondeling toe te lichten ten overstaan van de commissie ruimtelijke ordening. Hiervan is beperkt gebruik gemaakt. Zij zullen verder van uw beslissing schriftelijk op de hoogte worden gesteld door middel van toezending van uw voorstel en besluit. Na vaststelling zal het bestemmingsplan opnieuw gedurende 4 weken ter inzage worden gelegd. Binnen deze termijn kunnen tegen het vastgestelde plan bedenkingen worden ingebracht bij Gedeputeerde Staten. Commissiebehandeling De commissie Ruimtelijke Ordening kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en C.G.J. Rutten BOuwerkerk >w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1269