Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 486 0
Bij de Kadernota 1999 is besloten om de tarieven van de onroerende-zaakbelastingen
voor 1999 in het kader van de beperking van de lastendruk, evenals in 1998, met een
percentage te verhogen gelijk aan de nominale prijsontwikkeling voor 1999 minus 1%.
Daar de nominale prijsontwikkeling voor 1999 is berekend op 1% zouden de tarieven
onroerende-zaakbelastingen voor 1999 ongewijzigd kunnen blijven. Een
tariefsverlaging is mogelijk door het inzetten van het overschot van de Zalmsnip van
de jaren van 1998 en 1999. Door naast bedoeld overschot nog 150.000,-- ten laste
van de 'eenmalige middelen 1999' te brengen, kunnen de tarieven onroerende-
zaakbelastingen met 1% worden verlaagd.
Ten aanzien van het rioolrecht is bij de Kadernota 1999 besloten dat voor de
aanpassing van de tarieven het uitgangspunt geldt dat alleen door externe
ontwikkelingen het tarief zal worden verhoogd. Voor de jaren 1999 tot en met 2003
zijn de kosten riolering alsmede de daaraan gerelateerde tariefontwikkelingen in het
ontwerp-Rioolbedrijfsplan II weergegeven.
Hierna wordt voor de navolgende heffingen een aanpassing van de tarieven voor 1999
voorgesteld:
1. Onroerende-zaakbelastingen
2. Rioolrechten;
3. Hondenbelasting;
4. Precariobelasting;
5Leges
ad 1. Onroerende-zaakbelastingen
Zoals hiervoor is aangegeven, kunnen de tarieven onroerende-zaakbelastingen voor
1999 met 1% worden verlaagd. In de bijgevoegde ontwerp-wijzigingsverordening is deze
tariefsverlaging verwerkt, waarbij tevens rekening is gehouden met de wettelijke
relatieve limiet tussen de tarieven eigenbelasting en gebruikersbelasting en
maximale toegestane bandbreedte voor tariefdifferentiatie bij de woningen en niet-
woningen. Voor 1999 wordt op basis van deze tarieven een netto-opbrengst worden
geraamd van 52.240.000,--. Hierbij is rekening gehouden met 816.000,-- aan
kwijtschelding en 217.000,-- aan oninbare bedragen.
ad 2Rioolrechten
In het ontwerp-Rioolbedrijfsplan II is beschreven op welke wijze de gemeente Breda
in de periode 1999-2003 invulling gaat geven aan de wettelijke zorgplicht van de
gemeente voor de aanleg, vervanging, beheer en onderhoud van een goed functionerend
rioolstelsel. In hoofdstuk 7 van dit plan zijn onder andere de kosten en de
tariefontwikkelingen voor de planperiode 1999-2003 aangegeven.
Voor 1999 worden de kosten riolering als volgt geraamd:
beheer en onderhoud 4.280.000,--
kapitaallasten f 8.459.000--
Totale kosten 12.739.000,--
Op basis van de omvang van het waterverbruik worden vier tariefschijven gehanteerd.
De eerste en tweede schijf bestaan uit forfaitaire tarieven voor met name woningen
en kleine bedrijven. De derde en vierde schijf hebben betrekking op middelgrote en
grote bedrijven (qua lozing) en kennen een tarief per m3 geloosd afvalwater.
-2-