TARIEVENTABEL 1999, behorende bij de Legesverordening 1997 Paginanummer 7 5.2.17 Indien de aanvraag om bouwvergunning betrek king heeft op een bouwplan waarvoor pas een vergunning kan worden verleend nadat door Gedeputeerde Staten een ontheffing hogere geluidwaarden Wet geluidhinder is verleend, wordt het overeenkomstig het bepaalde onder 5.2.1 berekende bedrag verhoogd met het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesveror dening zoals dat voorafgaand aan het in behan deling nemen van de aanvraag aan de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van bur gemeester en wethouders is opgesteld. Voor de toepassing van de vorige volzin geldt als dag van in behandeling nemen de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening, aan de aanvrager ter kennis is gebracht Restituties 5.3.1 Indien bij de aanvraag van de bouwvergunning door de aanvrager wordt aangetoond dat er een volledige opdracht is verstrekt aan de archi tect tot en met de eindoplevering, inclusief de directievoering, dan vindt een restitutie plaats van 7,5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, tenzij gedurende het bouwproces blijkt dat er geen volledige opdracht is ver strekt 5.3.2 Indien voor de aanvang van de uitvoering van het bouwwerk door de vergunninghouder wordt aangetoond dat er een dagelijks toezicht op de bouw plaatsvindt door een opzichter die in dienst is van degene die de directie voerde, niet zijnde de aannemer, dan vindt een resti tutie plaats van 7,5% van het tarief als ge noemd onder 5.2.1, tenzij gedurende het bouw proces blijkt dat er geen dagelijks toezicht plaatsvindt overeenkomstig dit onderdeel 5.3.3 Indien bij de aanvraag van de bouwvergunning door de aanvrager wordt aangetoond dat er één hoofdconstructeur verantwoordelijk is voor alle bouwconstructies, alle tekeningen en berekeningen voor het gehele werk daaronder begrepen, dan vindt een restitutie plaats van 7,5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, tenzij gedurende het bouwproces blijkt dat er geen gebruik wordt gemaakt van één hoofdcon structeur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1340