Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 4 958 Motivering/Toelichting Zoals reeds gesteld heeft de gemeente Breda op basis van de uitgebreide Wet voorkeursrecht gemeenten de mogelijkheid een voorkeursrecht te vestigen op gronden waaraan een niet-agrarische bestemming is toegedacht en waarvan het bestaande gebruik afwijkt van de toegedachte bestemming. Momenteel is ter uitbreiding van het bedrijventerrein Hoogeind I een ontwerp- bestemmingsplan voor het gebied Hoogeind III in voorbereiding. Aan de in dit gebied gelegen gronden worden een niet-agrarische bestemming toegedacht. Wij zijn van mening dat dit gebied in aanmerking komt bedoeld voornoemd voorkeursrecht van toepassing te verklaren. Artikel 8a van de Wet voorkeursrecht gemeenten biedt ons college de mogelijkheid een voorstel te doen aan uw raad tot het nemen van een besluit waarbij gronden worden aangewezen, waarvan de eigenaar c.q. de zakelijk gerechtigde bij vervreemding van zijn recht verplicht wordt dit recht eerst aan de gemeente aan te bieden. Op 6 oktober 1998 hebben wij besloten een dergelijk voorstel aan uw raad te doen. Ons besluit is op 9 oktober gepubliceerd in de Staatscourant en dagblad De Stem en op de gebruikelijke wijze (publicatiebord). Op grond van de wet is het voorkeursrecht met ingang van 10 oktober 1998 voor het gebied Hoogeind III fase van kracht. Alle rechthebbenden zijn door ons schriftelijk geïnformeerd. Belanghebbenden hebben de gelegenheid gehad tijdens de vergadering van de commissie Economische Zaken, Cultuur, WAM en Grondbedrijf van 4 november 1998 - ter voldoening aan de hoorplicht van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht - hun zienswijze tegen het ontwerp-raadsbesluit naar voren te brengen. Aangezien het ontwerp-bestemmingsplan Hoogeind III nog in voorbereiding is in dit geval gekozen voor een tijdelijk voorkeursrecht als bedoeld in artikel 8 Wvg met een werkingsduur van ten hoogste twee jaar. Om het voorkeursrecht definitief te vestigen zal binnen twee jaar het ontwerp-bestemmingsplan ter visie worden gelegd. De gemeenteraad dient binnen 8 weken na ons besluit tot het doen van het desbetreffende raadsvoorstel bedoelde gronden aan te wijzen. De bijbehorende lijsten van zakelijk-gerechtigden zijn hierbij geactualiseerd per de datum van inwerkingtreding van het voorkeursrecht, derhalve 6 oktober 1998. Voor de overige informatie met betrekking tot het voorkeursrecht verwijzen wij u naar de ter visie gelegd bijlage 1*, die eveneens is verzonden aan alle rechthebbenden Consequenties juridisch Communicatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1428