Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 4881
aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid, berust de bevoegdheid tot het nemen van
een beslissing op een verzoek om schadevergoeding op het beginsel van "égalité
devant les charges publiques" (gelijkheid voor openbare lasten)
Een consequentie van het als besluit in de zin van artikel 1:3 Awb aanmerken van de
beslissing op een verzoek om schadevergoeding in de bovenbedoelde publiekrechtelijke
context is onder meer dat op de voorbereiding van zodanige besluiten de bepalingen
van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn.
Wij achten het wenselijk de werkingssfeer van de huidige Procedureverordening
bestuursschadevergoeding 1997 te verbreden tot alle verzoeken om schadevergoeding,
voorzover die schade haar oorzaak vindt in de rechtmatige uitoefening van een
publiekrechteijke bevoegdheid. Hierdoor wordt immers bereikt dat dergelijke
verzoeken, of zij hun grond nu vinden in een expliciete wettelijke regeling dan wel
in de algemene rechtsbeginselen, op een eenduidige wijze worden behandeld.
Tevens is van belang dat, waar dit met het oog op de specifieke problematiek van het
schadevergoedingsrecht gewenst is, terzake van de voorbereiding van de te nemen
beslissingen afgeweken kan worden van de algemene regels(termijnen) van de Algemene
wet bestuursrecht
Zoals ook in de huidige procedure-verordening het geval is, hebben de in de thans
voorgestelde verordening opgenomen bepalingen betrekking op:
a.het instellen van een schadebeoordelingscommissie;
b.de werkwijze en samenstelling van een schadebeoordelingscommissie;
c.het in behandeling nemen van een verzoek om schadevergoeding;
d.de (inhoudelijke) beoordeling van het verzoek;
e.de maatstaven voor het onderzoek en advisering door de
schadebeoordelingscommissie
f.termijnen van beslissing op een verzoek om schadevergoeding en overige door het
bestuursorgaan respectievelijk schadebeoordelingscommissie in acht te nemen
termijnen
Ten aanzien van de inschakeling van een schadebeoordelingscommissie merken wij het
volgende op. Evenals krachtens de huidige procedure-verordening het geval is,
stellen burgemeester en wethouders een schadebeoordelingscommissie, indien daartoe
aanleiding is. In het geval van een verzoek om planschadevergoeding (art.49 Wet op
de Ruimtelijke ordening) zal in de regel steeds sprake zijn van de instelling van
een dergelijke commissie. Het is hierbij gebruikelijk dat de Stichting Adviesbureau
Onroerende Zaken (SOAZ) te Rotterdam wordt ingeschakeld. In hoeverre wij voor andere
verzoeken om schadevergoeding een schadebeoordelingscommissie zullen inschakelen
laat zich thans nog niet geheel overzien. Een en ander zal in belangrijke mate
afhangen van de aard en omvang van de claim. Wij hechten er overigens aan dat binnen
de eigen gemeentelijke diensten voldoende expertise wordt ontwikkeld om in ieder
geval de meer eenvoudige claims in eigen beheer te kunnen afdoen.
Voor de goede orde merken wij op dat het onderhavige voorstel uitsluitend betrekking
heeft op verzoeken om schadevergoeding uit rechtmatige publiekrechtelijke
taakuitoefening. Verzoeken om schadevergoeding uit onrechtmatige publiekrechtelijke
taakuitoefening vallen buiten het bestek van deze verordening. Wij sluiten overigens
-2-