Gemeente Breda
Agendapuntnummer 1998/261
Raadsvoorstel
Registratienummer 4935
Dienst/afdeling CON/JZ
Aantal bijlagen
Betreft: Bezwaar Stichting R.K.Onderwijs, verbonden aan M.C. Klokkenberg te Breda
tegen tegen het programma en overzicht onderwijshuisvesting 1998.
Inleiding
Bij het besluit van uw raad van 18 december 1997 werd het programma en overzicht
onderwijshuisvesting voor het jaar 1998 vastgesteld. Tegen het niet opnemen in het
programma van een door voornoemde Stichting gevraagde voorziening, heeft deze
Stichting op grond van de Algemene wet bestuursrecht een bezwaarschrift bij uw raad
ingediend. Wij hebben dit bezwaarschrift ter advisering in handen gesteld van de
commissie voor bezwaar-en beroepschriften. Deze commissie heeft op 27 meil998 een
hoorzitting gehouden. Hiervan is het verslag bij de stukken ter inzage gelegd.
Voorstel
Te besluiten tot het ongegrond verklaren van het bezwaarschrift, overeenkomstig het
advies van de commissie voor bezwaar-en beroepschriften, zoals dit integraal in de
volgende motivering/toelichting is opgenomen.
Motivering/Toelichting
Bij de vaststelling van het programma en overzicht onderwijshuisvesting voor het
jaar 1998 heeft uw raad geweigerd medewerking te verlenen aan de door voornoemde
Stichting gewenste voorziening, namelijk een gewenste nieuwbouw met vier lokalen ten
behoeve van de school voor speciaal onderwijs De Berkenhof.
Uw raad motiveerde deze weigering met het argument dat, nu de gewenste voorziening
gerealiseerd zou gaan worden op een lokatie buiten het grondgebied van de gemeente
Breda (i.e.op het grondgebied van de gemeente Roosendaal), de weigeringsgrond als
bedoeld in artikel 82, lid 1 sub f van de Interimwet op het speciaal onderwijs en
het voortgezet speciaal onderwijs (ISOVSO) van toepassing is.
Tegen het niet plaatsen van deze gewenste voorziening op het programma
huisvestingsvoorziening 1998 is door voornoemde Stichting tijdig een bezwaarschrift
ingediend.
Bezwaarmakende, ten deze vertegenwoordigd door het VBKO, acht de door uw raad
gehanteerde weigeringsgrond in strijd met de bekostigingssystematiek
voor dislokaties. Hierbij wijst zij onder meer op het Uitvoeringsbesluit
voorzieningen in de huisvesting PO/VO, Staatsblad 1997, 125. Zij stelt
dat uit de Toelichting behorende bij dit Uitvoeringsbesluit duidelijk blijkt dat de
aanvraag voor een dislokatie, ook al is deze gelegen op het grondgebied van een
andere gemeente, moet worden ingediend bij de gemeente waar de hoofdvestiging van de
-1-
