Gemeente Breda
Agendapuntnummer 1998/270
Raadsvoorstel
Registratienummer 5552
Dienst/afdeling RME/VASTG
Aantal bijlagen
Betreft: Vestiging voorkeursrecht voor het bestemmingsplan Hoogeind 2e fase.
Inleiding
Bij besluit van 26 juni 1997 heeft uw raad een aantal percelen in het toekomstig
bedrijventerrein Hoogeind 2e fase aangewezen als percelen waarop de artikelen 10 t/m
24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn.
De aanwijzing is geschied op grond van artikel 8 Wvg, dat wil zeggen een tijdelijk
voorkeursrecht met een werkingsduur van ten hoogste twee jaren. Om het
voorkeursrecht te kunnen bestendigen c.q. opnieuw te vestigen dient binnen twee jaar
een ontwerp- bestemmingsrecht ter visie te worden gelegd.
Het bestemmingsplan "Hoogeind II" is op 22 oktober j.l. door uw raad vastgesteld. Op
basis van dit bestemmingsplan dient het voorkeursrecht thans definitief gevestigd te
worden
Voorstel
Te besluiten de percelen die zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende
kadastrale kaart en bijbehorende lijst aan te wijzen als gronden waarop de artikelen
10 t/m 24, 26 en 27 Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn, een en ander
conform het bij dit voorstel behorende concept-raadsbesluit.
Motivering/toelichting
Zoals reeds gesteld is bij raadsbesluit van 26 juni 1997 een voorkeursrecht
gevestigd op een aantal percelen die zijn gelegen in het toekomstige
bedrijventerrein Hoogeind 2e fase. De vestiging van het voorkeursrecht geschiedde op
grond van artikel 8 Wvg, d.w.z. een tijdelijke vestiging van het voorkeursrecht met
een werkingsduur van ten hoogste twee jaar.
Inmiddels heeft uw raad op 22 oktober 1998 het bestemmingsplan "Hoogeind II"
vastgesteld. Om het bestemmingsplan te kunnen realiseren is het noodzakelijk te
beschikken over de in het plan gelegen gronden. Wij zijn van mening dat dit gebied
in aanmerking komt om op grond van artikel 2, lid 1 Wvg het voorkeursrecht van
toepassing te verklaren.
De aanwijzing treedt in werking daags na de publicatie in de Staatcourant. Alle
belanghebbenden zullen middels een afzonderlijk schrijven worden geïnformeerd.
Belanghebbenden hebben de mogelijkheid binnen zes weken tegen de aanwijzing een
bezwaarschrift in te dienen. Voorts is het mogelijk een voorlopige voorziening te
-1-