Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 5295
(V)De onteigening geschiedt ten behoeve van de realisering van de hiervoor
genoemde bestemmingen.
Met het merendeel van de eigenaren in het gebied is overeenstemming bereikt over de
verwerving van de eigendommen, om zodoende de realisering van het bestemmingsplan
Heilaar-Steenakker mogelijk te maken. Met enkele eigenaren is evenwel tot op heden
geen overeenstemming bereikt of heeft nog geen levering plaatsgevonden.
Om de verwerving van genoemde percelen en daarmee de ontwikkeling van het
bestemmingsplan zeker te stellen is onteigening noodzakelijk. Daartoe hebben wij een
onteigeningsplan opgesteld dat met ingang van 7 september 1998 gedurende vier weken
ter inzage gelegen. Van deze terinzagelegging is overeenkomstig wettelijk
voorschrift openbare kennisgeving gedaan.
Binnen de daarvoor in de wet aangegeven termijn zijn zienswijzen binnengekomen van
Onteigeningsbureau De Boer B.V. als gemachtigde van de heer J.C. Verdonk
Kruisstraat 29 te Breda en de heer M. Verwijmeren, Leursebaan 240 te Breda
Toetsing aan de formele grondslagen voor onteigening
- Toetsing aan het criteriumminnelijke verwerving
Uit de jurisprudentie van de Kroon volgt dat sprake moet zijn van een redelijke
poging de onroerende zaak langs minnelijke weg te verwerven. Hiervan is sprake,
indien de gemeente het initiatief heeft genomen tot een onderhandelingsgesprek en er
sprake is van een reëel schriftelijk aanbod, dan wel de uitgangspunten of procedure
daarvoor. Aan dit criterium wordt in de onderhavige gevallen voldaan.
- Toetsing aan het criterium: het belang van de ruimtelijke ontwikkeling en/of de
volkshuisvesting
Aan dit criterium is in de onderhavige situatie ruimschoots voldaan. De relatie
tussen de onteigening en de ruimtelijke ontwikkeling vastgelegd in het
bestemmingsplan "Heilaar-Steenakker"
- Toetsing aan het criterium: de noodzaak tot onteigening
Dit criterium betreft de vraag in hoeverre de te onteigenen partijen in staat zijn
zelf de bestemming te realiseren. De mogelijkheid van het realiseren van het werk
door de te onteigenen partijen is gelet op de aard en de inhoud van de bestemming
niet reëel
- Toetsing aan het criterium: de urgentie
De bestemming waarvoor de onteigening plaatsvindt moet daadwerkelijk worden
gerealiseerd. In de jurisprudentie van de Kroon wordt hiervoor een periode van vijf
jaren gehanteerd. Uit oogpunt van werkgelegenheidsontwikkeling is een snelle start
c.q. voortzetting van de planrealisatie noodzakelijk. Wij verwachten dat de eerste
gronduitgiften binnen een jaar na de onteigening hun beslag zullen krijgen. Aan dit
criterium wordt dus ook voldaan.
Bovengenoemde toetsingscriteria zullen verderop in dit voorstel nog aan de orde
komen bij de beoordeling van de ingekomen zienswijzen.
-2-