Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 5295 Ingekomen zienswijzen Zienswij ze heer Verdonk De zienswijze van de heer De Boer van onteigeningsadviesbureau De Boer B.V. namens zijn cliënt de heer Verdonk, zijn per gewone post ingekomen op 1 oktober 1998 en tevens per fax. Hij stelt kort samengevat het volgende: 1. De gemeente heeft onvoldoende pogingen ondernomen om tot minnelijke verwerving te komen 2. De krachtens de Onteigeningswet vereiste noodzaak tot onteigening ontbreekt, omdat aan cruciale gedeelten van het bestemmingsplan goedkeuring is onthouden. De heer Verdonk is eigenaar van een aantal gedeelten waaraan de goedkeuring is onthouden. Het betreft hier cruciale onderdelen van het plan zodat slechts in zeer gebrekkige mate uitvoering kan worden gegeven aan een gedeelte van het bestemmingsplan 3. Het globale eindplan Heilaar-Steenakker biedt onvoldoende grondslag voor onteigening 4. Onjuiste vermelding huwelijksgoederenregime van de heer Verdonk in de onteigeningsstukken Ontvankelij kheid Daar de zienswijzen van de heer De Boer namens de heer Verdonk zijn ingekomen binnen de daartoe ingevolge artikel 3:13 Awb gestelde termijn en overigens niet is gebleken van formele gebreken dienen deze ontvankelijk te worden verklaard. Gegrondheid: ad 1. De heer De Boer schrijft namens de heer Verdonk onteigening uiterst voorbarig te vinden omdat nog geenszins vaststaat dat tussen cliënten geen dading mogelijk is. Naar zijn mening is slechts een uiterst schamele poging gedaan om te komen tot overleg omtrent de aankoop. Hij stelt dat de onderhandelingen in november 1995 eenzijdig door de gemeente en RWS zijn afgebroken en eerst begin 1998 RWS een schamele poging onderneemt tot contact waarbij de gemeente "aanhaakt" Met de heer Verdonk worden al vanaf 1993 onderhandelingen gevoerd over aankoop. In eerste instantie door de gemeente Breda ten behoeve van het IABC (thans Greenery) en vervolgens ook door Rijkswaterstaat (aanvankelijk voor de reconstructie van Princeville) dat thans ook nodig is voor de aanleg van de HSL. Aanvankelijk zijn intensieve onderhandelingen gevoerd, die echter opgeschort werden door de geruchten over de aanleg van HSL en verbreding van de A16. Voor de goede orde zij vermeld dat ook Rijkswaterstaat een administratieve onteigeningsprocedure in gang heeft gezet. Naast verschil van mening over de hoogte van de schadevergoeding stelde de heer Verdonk het voorhanden zijn van een alternatieve vestigingsplaats als voorwaarde. December 1997 zijn de onderhandelingen weer opgestart, in dit geval gezamenlijk met RWS. Gezamenlijke aankoop is noodzakelijk aangezien het tuindersbedrijf van de heer Verdonk vrijwel gesplitst wordt door de aankoopgrens tussen RWS en gemeente. Gescheiden aankoop door twee overheden met eventueel verschillende leveringsdata zou -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1506