Kadernotitie 1999 Dienst Cultuur Het gemeentelijk subsidiebeleid is met name gericht op de volgende deelgebieden: - amateurkunst; - initiatieven/experimenten/evenementen/manifestaties; - beeldende kunst; - podiumkunsten en film; - cultuurhistorie Subsidie voor de amateurkunst is tot op heden vooral bedoeld om een vereniging of organisatie een financiële steun in de rug te geven waarbij de kwantiteit in belangrijke mate het subsidiebedrag bepaalde. In de beleidsnota Cultuur is Meer is aangegeven dat ook de kwaliteit van het artistiek produkt, de vernieuwing en de oorspronkelijkheid aan dacht bij het toekennen van subsidie moeten krijgen. De peiler die de sector amateurkunst binnen het cultuurbeleid reeds vormt zal hierdoor worden versterkt hetgeen een extra impuls geeft aan de actieve en consumptieve deelname aan die sector maar bovendien mensen ook kan aan aanzetten andere activiteiten op het gebied van de kunsten te gaan beluisteren/ kijken of te gaan beoefenen. Momenteel vinden diverse overlegrondes plaats met het Amateur Toneel Overleg Breda, Koor cultuur Breda (v/h korenkontakt), HaFaBra en het drumband, showband en majoret- tenoverleg en het platform amateurkunst om tot nieuwe subsidiecriteria te komen conform de nota Cultuur is Meer. Het is de bedoeling dat deze criteria met ingang van 2000 van kracht worden. De reden hiervan is dat in relatie tot de gemeentelijke herindeling bestuurlijke afspraken zijn gemaakt om de subsidieregelingen die in de voormalige partnergemeenten van kracht waren gedurende een periode van drie jaren onverlet te laten, derhalve tot en met 1999. Ook op andere deelgebieden van cultuur zal het etiket kwaliteit nadrukkelijker tot uiting komen. Dit geldt met name voor het onderdeel initiatieven, experimenten, evenementen en manifestaties. In de nota Cultuur is Meer is daarvoor een aantal toetsingscriteria opge nomen dat nadrukkelijker dan voorheen toegepast zal gaan worden omdat deze sector in het bijzonder moet bijdragen aan het kwalitatief cultureel imago van de stad. Het subsidiebeeld 1999 laat zich als volgt vertalen: sector amateurkunst: Hafabra, drumbands, showbands, majoretten, opera, operet te, koren, toneel, dans, jazzgezelschappen, orkesten (klassiek) en overige cultuur. Het beschikbare budget voor deze sector bedraagt 407.000,—, inclusief 25.000,— zijnde ophoging van het budget amateurkunst in het kader van de nota "Cultuur is meer". Het beroep dat er wordt gedaan bedraagt 450.000,— (afge rond). sector initiatieven, experimenten, evenementen, manifestaties: beschikbare budget bedraagt 261.100,—. Een aantal subsidieverzoeken is ingediend; deze zullen worden getoetst aan de criteria die zijn vermeld in de nota "Cultuur is meer". In genoemd bedrag zijn begrepen Jazz Festival Breda ad 100.000,—, de Kulturele Amateur Manifestatie ad 22.600,— en carnaval ad 15.500,—. sector beeldende kunst: Vereniging Ateliers Kunstenaars, Lokaal 01, Voorzienin genfonds Kunstenaars, St. Joostpenning, bevordering beeldende kunst: het totale budget bedraagt 376.060,—. In dit budget is een bedrag opgenomen van 203.960,—. Het betreft een jaarlijkse bijdrage van de provincie ter bevorde ring van de beeldende kunst, vastgelegd in een convenant voor een periode van 4 jaar (tot en met 2000). sector podiumkunsten en film; Chassé Theater, het huidige Para, audio-visuele kunst: Het beschikbare budget bedraagt 7.643.907,-. Daarin is een bedrag opgenomen van 7.598.907,— voor het Chassé Theater dat bij de kadernota 1999 is vastge steld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1516