2.2.4. Burgers
Dit is de meest moeilijke doelgroep. Dat komt omdat het geen eenduidige groep is. "Burgers" hebben
allerlei opvattingen en zijn al dan niet verenigd in allerlei verbanden. De doelstelling van het GMP-2 is om
de doelgroep "burgers" meer te gaan betrekken bij het milieubeleid. Burgers vormen immers de basis voor
het draagvlak van het gemeentelijk milieubeleid. Vaak komt het doelgroepenbeleid bij burgers over als
betuttelend. De overheid wil dat de burger zijn of haar gedrag verandert. Om van deze betuttelende
instelling af te komen is het overleg gestart met het Lokaal Milieuplatform. Het platform heeft de
mogelijkheid en de middelen om zelf initiatieven te ontplooien. Zie ook wat daarover in de inleiding
hiervoor is geschreven. Daarnaast blijven we ook in 1999 concrete activiteiten aanbieden waarvan de burger
gebruik kan maken.
Uit landelijke milieuverkenningen blijkt dat de doelgroep burgers slecht scoort op het halen van milieudoe
len. In Breda geldt dat in ieder geval voor de thema's autogebruik en de hoeveelheid afval die Bredanaars
produceren. Dit komt overeen met het landelijk beeld.
Een uitzondering is het energieverbruik in huishoudens. Ondanks de economische groei is dat verbruik in
Breda het afgelopen jaar niet toegenomen. Dit is landelijk uniek.
Regulier werk
Vanuit het MEC worden allerlei NME-activiteiten aangeboden aan burgers. Hiervan wordt veel gebruik
gemaakt.
Overleg met Lokaal milieuplatform geldt voor alle doelgroepen
Milieuprijs
Projecten
Energieteam
Projecten vanuit het Lokaal Milieuplatform
Trilaterale Stedenband Wroclaw-Gabarone-Breda
Follow-up Locale inbedding van jongerenparticipatie voor duurzame ontwikkeling
Onderzoek naar het opzetten van een model-aanpak "milieuvriendelijk wonen" voor nieuwbouwlocaties
2.3. Gebiedenbeleid
Gebiedenbeleid is de derde ingang van het Bredase Milieubeleid. Het gebiedsgerichte milieubeleid heeft
nauwe relaties met het gemeentelijke ruimtelijk beleid en met het gemeentelijke gebiedsgerichte beheerbe-
leid.
Afstemming en samenwerking tussen de ruimtelijke- en de milieudiscipline is essentieel om te komen tot
optimale leefkwaliteit en voldoende ruimte voor ecologie. Landelijk lijkt een ontwikkeling gaande die
uiteindelijk moet leiden tot het volledig samengaan van de ruimtelijke en milieudisciplines. Dit wordt dan
aangeduid met het begrip "leefomgevingsbeleid". Breda werkt op dit gebied integraal, wat zoveel wil zeggen
dat beide disciplines vergaand samenwerken en gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor de kwaliteit
van de leefomgeving. De meerwaarde van een "fusie" tussen beide disciplines is op dit moment niet
duidelijk. Voor de helderheid van het afwegingsproces is het nuttig dat beide disciplines samenwerken
vanuit standpunten en uitgangspunten die vanuit de afzonderlijke disciplines ontstaan.
Ontwikkelingen
Modernisering Instrumentarium wet Geluidhinder (MIG)
De Wet geluidhinder verdwijnt in 2002. Daarvoor in de plaats komt in de Wet milieubeheer de bevoegdheid
voor de gemeente om een eigen geluidbeleid op te stellen. Er blijft slechts een wettelijke richtwaarde voor
geluid bestaan. Afwijking van de richtwaarde is mogelijk mits gemotiveerd met het gemeentelijk geluidbe
leid. In 1999 wordt begonnen met de voorbereidingen op deze veranderingen.
Invoering Bouwstoffenbesluit
In 1999 wordt het Bouwstoffenbesluit van kracht. Het besluit regelt het hergebruik van bouwstoffen. In de
meeste gevallen is de gemeente bevoegd gezag voor de uitvoering van dit besluit. De invoering van het
bouwstoffenbesluit leidt tot een aantal werkzaamheden in 1999. Deze staan beschreven in de bijlagen.
9