(Gedeeltelijke) intrekking van de milieuvergunning
Met name de meldingen ingevolge artikel 8.19 van de Wet milieubeheer komen veelvuldig voor. De toepassing van deze
instrumenten zorgt ervoor dat er minder vergunningen worden verleend dan gepland. (Waren deze instrumenten niet toegepast
dan zou een vergunning zijn verleend.) Om die reden wordt de toepassing van deze instrumenten meegerekend bij de geplande
vergunningenproductie
De planning van de vergunningverlening en de handhaving wordt beïnvloed door de MD W-operatie (zie hoofdstuk 1Verwacht
wordt dat in een periode van driejaar, te beginnen in 1997, het aantal vergunningplichtige bedrijven afneemt met 15%. Dat
betekent dat uiteindelijk nog maar 25 van alle bedrijven in Breda een vergunning nodig heeft. Het aantal te verlenen vergunningen
zal daarom naar verwachting afnemen van 140 (beheersniveau1 per 1-1-1997) tot ongeveer 90 vergunningen per jaar. In
de lagere milieucategorieën2 zullen dan niet of nauwelijks meer milieuvergunningen nodig zijn.
De planning van de te verlenen vergunningen en controles is gebaseerd op het inrichtingenbestand per 1 januari 1998, gecorrigeerd
met de aanname dat van het totaal aantal bedrijven 5 minder bedrijven vergunningplichtig zal zijn als gevolg van de MDW-
operatie. Die planning ligt dus lager dan het zogeheten beheersniveau dat gebaseerd is op VOGM-kentallen. De kentallen
konden nog geen rekening houden met de MDW.
De planning is verder aangepast aan de middelen die beschikbaar zijn gesteld voor 1998. Dit betekent dat niet in alle categorieën
het adequaat nivo gerealiseerd wordt. Dit is niet onverantwoord daar de praktijk leert dat met name controlebezoeken in de
lagere categorieën weinig opleveren in de zin van milieurendement.
Planning 1999 overige producten vergunningverlening en handhaving
Product 4 Milieubelastingscategorie -»
Totaal
Categorie 1
Categorie 2
Categorie 3
Categorie 4
Intrekkingen wijzigingen milieuvergunningen
5
0
2
2
1
Milieuklachten
Milieuklachten over bedrijfsactiviteiten
Bedrijfsbezoeken n.a.v. milieuklachten
600
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
450
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
150
15
75
45
15
Lozingenbesluit bodembescherming
In 2005 mag geen enkel pand meer rechtstreeks lozen op de bodem of op het oppervlaktewater. In Breda zijn nog 120
panden niet aangesloten op de riolering. Volgens planning zijn in 2003 alle panden aangesloten op de riolering of behandelen
ze hun afvalwater zelf. In 1999 worden deze 120 lozers bezocht en wordt bekeken wat er moet gebeuren.
Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks (BOOT)
Uit een inventarisatie blijkt dat in Breda nog ongeveer 1000 niet meer in gebruik zijnde tanks in de bodem liggen waarvan
het niet duidelijk is of deze op afdoende wijze zijn gesaneerd. Daarnaast is nog een aantal ondergrondse tanks in gebruik.
Naast het controleren of deze in gebruik zijnde tanks aan de regels voldoen wordt in 1999 een eenmalige actie gehouden
om van de 1000 bovengenoemde tanks vast te stellen of ze gesaneerd of opnieuw gesaneerd moeten worden. Zoja, dan
wordt de sanering ook daadwerkelijk uitgevoerd.
In 1999 wordt 2000 uur besteedt aan deze actie. De raad heeft 80.000,- ter beschikking gesteld om tegemoet te komen
aan tankeigenaren wier tank in het verleden op een, volgens huidige inzichten, onjuiste manier is gesaneerd.
Klachtenbehandeling
Voor 1999 worden 600 milieuklachten geraamd. Daarvoor wordt 1700 uur ingepland.
'Het beheersniveau is de jaarproductie van het aantal vergunningen, meldingen en controles dat nodig is om ervoor te zorgen dat de
"milieupositie" van bedrijven actueel blijften er geen (nieuwe) achterstanden ontstaan. Hetbeheersniveau is gebaseerd op het bedrijvenbestand
en de indeling daarvan in milieucategorieën. Bij de bepaling van hetbeheersniveau wordt (nog) geen rekening gehouden met corrigerende
factoren als de MDW-operatie. Bij de planning voor 1997 past Breda die correctie dus wel toe.
JBedrijven worden ingedeeld in vier milieucategorieën. Categorie 1 omvat de relatief weinig milieubelastende bedrijven. Categorie 4
de relatief zwaar milieubelastende bedrijven.