Gemeente Breda Agendapuntnummer 1998/283 Raadsvoorstel Registratienummer 5779 Dienst/afdeling DSB/ASA Aantal bijlagen Betreft: Verordening op de heffing en de invordering van een marktgeld 1999. Voorstel Vast te stellen de verordening op de heffing en de invordering van een marktgeld 1999. Motivering/Toelichting De gemeentelijke herindeling per 1 januari 1997 heeft gevolgen voor de rechtskracht van alle besluiten welke verbindende voorschriften bevatten, dus ook de belastingverordeningen Ingevolge artikel 28 van de Wet algemene regels herindeling (Wet ARHIbehouden de belastingverordeningen van de voormalige randgemeenten in principe gedurende twee jaren na de datum van de gemeentelijke herindeling hun rechtskracht voor dat gebied. Dit betekent voor de gemeente Breda dat krachtens de belastingverordeningen van de voormalige gemeenten vanaf 1 januari 1999 niet meer kan worden geheven. De gemeenteraad heeft in het kader van de uniformering van de belastingtarieven het merendeel van de Bredase belastingverordeningen van toepassing verklaard op het gehele grondgebied van de "nieuwe" gemeente Breda ten gevolge waarvan deze verordeningen worden aangemerkt als verordeningen van de "nieuwe" gemeente Breda. De belastingverordeningen van de randgemeenten zijn gelijktijdig vervallen verklaard. Met betrekking tot de verordening marktgelden is door de gemeenteraad een uitzondering gemaakt, omdat een nader onderzoek was vereist naar eventuele verschillen in de dienstverlening op de verschillende markten. De raad heeft besloten in afwachting van het resultaat van bedoeld onderzoek gebruik te maken van de overgangsregeling op grond waarvan het marktgeld nog tot en met 31 december 1998 op basis van de huidige verordeningen kan worden geheven. Dit is voor de voormalige gemeente Nieuw Ginneken de verordening Marktgelden 1994, voor de voormalige gemeente Prinsenbeek is dit het tariefbesluit voor gemeentelijke eigendommen 1996, voor de voormalige gemeente Teteringen op basis van een tarief dat is vastgesteld naar aanleiding van de marktverordening 1976 (sedertdien gewijzigd) Het bovengenoemde onderzoek is op hoofdzaken afgerond. Voor een fiscaal-juridisch juiste onderbouwing dient een totaalbeeld te bestaan van inkomsten en uitgaven. Door de volgende oorzaken is het op dit moment nog onmogelijk het bovengenoemde onderzoek te implementeren en te prematuur om een aangepaste verordening te laten vaststellen op basis van het uitgangspunt kostendekking: - Momenteel vindt jaarlijks een globale toerekening plaats aangaande het vegen van de marktterreinen, de stroomvoorzieningen, de uren van de marktmeester en de budgetten ten behoeve van bureau Regulering waaronder de marktzaken behoren. In 1999 wordt een onderzoek afgerond naar een concrete activiteitenbegroting in relatie tot -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1614