Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 5232 reau Fugro, heeft uitgewezen, dat voor gevaar van verschuivingen van aardlagen, inklinking van grond en negatieve gevolgen voor de waterstand niet gevreesd hoeft te worden Dit bezwaar dient ongegrond verklaard te worden. f. tijdens de informatie-avond van 6 juli 1998 is een vergelijking gemaakt met de hoogte van de geluidswal die thans aangelegd wordt bij de Vinex-locatie Buitenplaats Ypenburg en met de hoogte van rivierdijken. Deze informatie is onjuist. De wal bij Ypenburg wordt slechts 12 meter hoog en de hoogte van rivierdijken bedraagt slechts 9 meter; Beoordeling Deze informatie heeft slechts tot doel gehad om enigszins vergelijkbare grootschali ge grondprojecten te noemen als referentie. Het was de bedoeling van de ontwerpster om met vergelijkbare projecten aan te geven hoe met relatief logge en hoge zandli- chamen, zwaar en onbeweeglijk van karakter, toch op een verantwoorde wijze kan worden omgegaan door veel aandacht te besteden aan de vormgeving ervan. Een ingeto gen en landelijke vormgeving kan de vioueln aantrekkelijkheid vergroten. Qewe zen kan worden op de landschappelijk hooggewaardeerde rivierdijken. Dat de hoogten niet overeenkomen met 15 meter is in dat kader niet relevant. Overi gens wordt de wal bij Ypenburg plaatselijk 14 meter hoog. Ongegrond achten wij ook dit bezwaar. g. de aanleg van een dergelijke wal vereist, zowel in de fase van aanleg als in de fase van beheer en onderhoud een grote mate van deskundigheid, waarbij aangetekend wordt dat men geen vertrouwen heeft in de aanleg van de wal door een private grond bank Beoordeling De geluidswal zal aangelegd worden door een private onderneming die zeer ruime ervaring heeft met de aanleg van dergelijke grondlichamen. Het werk zal uitgevoerd worden onder de stringente directie van de Dienst Stadsbeheer. De vrees is danook ongegrond, dat aanleg, beheer en onderhoud op ondeskundige wijze zullen geschieden. Dit bezwaar is ongegrond. h. Uit nader onderzoek zou gebleken zijn, dat de hoogte van de wal niet overal 15 meter dient te bedragen. Tegenover de molen zou volstaan kunnen worden met een hoogte van 10 meter. Nadere gegevens met betrekking tot dit onderzoek zijn niet bekend. Dit wordt onzorgvuldig geacht. Beoordeling Het is de wens van de landschapsarchitect om de wal in een lange gebogen lijn in het midden van 15 tot 10 meter hoogte te laten dalen. De aanpassingen die een daling tot 10 meter mogelijk zouden moeten maken hebben o.a. als consequentie, dat de geluids wal op kortere afstand van de A 27 dient komen te liggen. Hiervoor dient overigens nog een akkoord van Rijkswaterstaat verkregen te worden. Ook kan de lengte waarover een en ander volgens de landschapsarchitecten gewenst is uit akoestisch oogpunt waarschijnlijk niet zo groot zijn. Het akoestisch onderzoek dat hiervoor noodzake- -13-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1632