Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 5232
Beoordeling
Het feit alleen al dat, indien de voornemens worden gerealiseerd, er woningen ge
bouwd gaan worden, betekent dat het zicht op de molen wordt ontnomen vanuit het
gebied ten westen van de A 27. Dat de molen weg zou vallen tegen een groene achter
grond is daarentegen, gezien aspecten als afstandsverschillen, mogelijke waarneempo-
sities, ruimtelijke effecten en de kleurschakering van de begroeiing van de wal
onaannemelijk. Ook het zicht op de molen vanaf de A 27 blijft ongewijzigd.
Dit bezwaar is ongegrond.
d. de verbinding voor langzaam verkeer tussen Bavel en Breda via de Oude Bredaseweg
dient niet via een brug over de A 27 plaats te vinden maar via een tunnel.
Beoordeling
De realisatie van een langzaamverkeersverbinding tussen Bavel en Breda via de Oude
Bredaseweg is niet in het vrijstellingsverzoek van de directeur Grondbedrijf, Econo
mische Zaken en Projectmanagement begrepen, dit bezwaar dient niet-ontvankelijk
verklaard te worden.
Het gebruik van een langzaamverkeerstunnel in plaats van een langzaamverkeersbrug is
gezien de lengte daarvan (de breedte van de geluidswal, de A 27 en de geluidswal bij
Bavel) uit sociaal oogpunt onveilig. Hoe deze langzaamverkeersbrug vormgegeven wordt
moet nader uitgewerkt worden. Bij de uitwerking zal rekening gehouden worden met
aspecten als sociale veiligheid, de molen etcetera. De hoogte van de langzaamver
keersbrug wordt bepaald door het vrachtverkeer op de A 27 en moet hoger zijn dan
4.5 meter. De plaats van de brug ligt vast omdat het de wens is dat de verbinding
van de Oude Bredaseweg hersteld wordt.
e. de molen is een rijksmonument.
Beoordeling
De molen is een rijksmonument. De Monumentenwet kent een objectgerichte bescherming
met betrekking tot individuele monumenten. Er kan zeker gesproken worden over een
zekere spanning tussen de twee sporen van enerzijds de Monumentenwet en anderzijds
de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Binnen het kader van het bestemmingsplan zullen
steeds belangen moeten worden afgewogen: enerzijds de aanleg van een geluidswal met
een hoogte van 15 meter om een wettelijk aanvaardbaar akoestisch klimaat te garande
ren aan de bewoners van een nieuw woongebied en anderzijds het belang van een monu
mentale historische molen om ongehinderd te kunnen blijven functioneren. Op welk
belang wij de nadruk willen leggen is hiervoor reeds meerdere malen beschreven,
nader onderzoek zal moeten uitwijzen welke windeffecten de geluidswal zal hebben ten
aanzien van de molen en hoe negatieve effecten eventueel beperkt/ voorkomen kunnen
worden
Dit bezwaar achten wij ongegrond.
-23-