Gemeente Breda
3. Het voorbereidingskrediet ten laste te
1998 - 1999 opgenomen middelen voor de
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 5518
brengen van de in het investeringsplan
reconstructie van de Claudius Prinsenlaan;
Motivering/Toelichting
Relatie met het Chassépark
Op 26 maart jongstleden heeft de gemeenteraad een besluit genomen over de defini
tieve ontwikkeling van het Chassépark en de hieraan gekoppelde annexen, waaronder de
openbare parkeergarage met 600 parkeerplaatsen. Voor een veilige ontsluiting van de
garage en een deel van het planontwikkelingsgebied, in combinatie met de ontsluiting
van het parkeerveld op het Chasséveld (1100 parkeerplaatsen) is een reconstructie
van dit deel van de Claudius Prinsenlaan noodzakelijk. Voor een goede en veilige
doorstroming van alle verkeerssoorten (openbaar vervoer, fiets, voetgangers en auto)
is onder meer een regulering van het kruispunt Claudius Prinsenlaan/Chasséveld nood
zakelijk.
Relatie met het VCP Binnenstad
Daarnaast is de Claudius Prinsenlaan een van de belangrijkste invalswegen naar de
binnenstad, zowel in de huidige situatie als bij de feitelijke implementatie van het
in 1996 door de raad goedgekeurde Verkeerscirculatieplan Binnenstad. Voor het
openbaar vervoer is de Claudius Prinsenlaan een belangrijke corridor (stads-,
streeklijnen en de interliner)De Claudius Prinsenlaan is daarnaast een belangrijke
hoofdroute voor fietsers.
De bereikbaarheid van de Binnenstad en een groot aantal belangrijke parkeervoorzie
ningen in de Oost-flank (Chasséveld, Chasségarage, Beijerd-Vlaszak en - zeker in de
toekomst - het Molsterrein en de Houtmarktgarage) zijn rechtstreeks afhankelijk van
deze ontsluiting.
Relatie met de Oost-/Westflank
De Claudius Prinsenlaan maakt een belangrijk onderdeel uit van de Oost-/Westflank,
de kransslagader van het historische stadshart. De aanpak van de Oost-/Westflank
vormt, met de stationsomgeving, een van de kernprojecten uit het Structuurplan
Binnenstad. Het is, mede gezien de grote hoeveelheid ontwikkelingslocaties langs de
flanken, van belang om zowel de ruimtelijk-functionele structuur als de ruimtelijke
kwaliteit te verbeteren, in het verlengde van reeds genomen besluiten rond bestem
mingsplan en Verkeerscirculatieplan.
Met de planontwikkeling voor de Oost-/Westflank wordt beoogd een integraal plankader
aan te reiken voor de middellange termijn. Dit plankader wordt richtinggevend voor
de verdere uitwerking van deelplannen voor de openbare ruimte op de flanken en vormt
de inhoudelijke basis voor de aanvraag van een rijkssubsidie in het kader van het
Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT)overigens in samenhang met de
Stationsomgeving
De integrale samenhang met de mogelijke toekomstige interventies in de openbare
ruimte is op deze wijze gewaarborgd, met name waar het gaat om de
-2-
w