Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 23 71
waarom aan dit terrein een voorlopige bestemming zou moeten worden gegeven
e. voor dit aspect staan andere maatregelen ter beschikking; deze situaties
worden momenteel op eventuele maatregelen onderzocht;
f. aan de orde is thans het bestemmingsplan Haagse Beemden en niet het bestem
mingsplan Achter Emer; laatstgemeld bestemmingsplan heeft altijd een aparte
procedure gevolgd en zal dat ook -door de eigen problematiek- moeten blijven
volgen om niet tot de zoveelste vertragende factor voor de Haagse Beemden te
leiden
g. de artikel 19-procedure is in zoverre afgerond, dat gedeputeerde staten daar
voor een verklaring van geen bezwaar hebben afgegeven; daarbij is een in
spraak- en bezwarenprocedure gevoerd; in geval eventuele wijzigingen in het
bouwplan in afwijking van het bestemmingsplan daartoe aanleiding geven zullen
deze procedures opnieuw plaatsvinden.
Voorstel
De ingediende zienswijze voor wat betreft punt b gedeeltelijk gegrond en gedeelte
lijk ongegrond te verklaren en voor wat betreft de punten a en c t/m g ongegrond te
verklaren
3 Reclamanten zoals vermeld onder de nrs83 t/m 87 van de hiervoor opgenomen
overzichtslijst ingediende zienswijzen.
Zienswij ze
Betrokkenen hebben ruimtelijk en functionele bezwaren tegen de nabij Heksendans
gelegen ontwikkelingslocatie Wv[2]; bovendien vinden zij dat hun woongenot wordt
aangetast
Reactie
Het ruimtelijk bezwaar is dat de beleving van de landschappelijke "overgang" van de
Landgoederenzone via de aanwezige sportvelden naar het buitengebied wordt geblok
keerd; door de ontwikkelingslocatie wordt evenwel slechts een marginaal aanvaardbaar
gedeelte van de totale breedte van de "overgang" in beslag genomen.
Het functionele bezwaar is dat de bestemming te vaag is; de bestemming is evenwel
"Wijkvoorzieningen Wv" met de differentiatie (m) waaronder blijkens de legenda
verstaan moeten worden maatschappelijke-, religieuze-, (para)medische-sociale- en
culturele doeleinden; deze omschrijving is duidelijk en in de moderne bestemmings
plannen algemeen gangbaar.
Gezien de omvang van de toelaatbare bouw (er is slechts sprake van een bouwvlak met
geringe afmetingen) is aantasting van het woongenot een subjectief gegeven; als
reclamanten desondanks menen dat zij planschade lijden kunnen zij een beroep doen op
artikel 49 W.R.O.