Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 2476 Op grond van bovenstaande overwegingen achten wij de zienswijze gegrond voor zover deze betreft de onderdelen gericht op het ontbreken van overwegingen in de toelichting en voor het overige ongegrond. Het plan zal overeenkomstig het gestelde aangepast worden. 3. L.T. Runia en K. Kommeren Samenvatting Reclamanten hebben bezwaren gericht op de volgende punten: 1. Milieu-effectrapportage Reclamanten zijn van mening dat ter voorbereiding van het bestemmingsplan een milieu-effectrapportage gevoerd had moeten worden. Dit is gebaseerd op artikel 7.2 van de Wet milieubeheer en op het Besluit m.e.r. (1994), waarin o.a. is aangegeven dat de aanleg van een recreatieve of toeristische voorziening m.er-plichtig is wanneer de activiteit 500.000 of meer bezoekers per jaar aantrekt. Nu in het bestemmingsplan geen prognoses of aannames ten aanzien van het aantal bezoekers is opgenomen, is niet te beoordelen of er sprake is van een m.er-plicht Volgens reclamanten is in het Besluit m.e.r. het begrip "bezoeker" niet gedefinieerd en moet deze ruim geïnterpreteerd worden, en wel zodanig dat alle bezoekers aan het plangebied bij de beoordeling over het aantal moeten worden betrokken. Deze stelling wordt onderbouwd door te verwijzen naar de toelichting behorende bij het Besluit m.e.r., waar o.a. wordt geschreven dat met "te voorziene ontwikkelingen" en "cumulatie" rekening gehouden moet worden. In casu dient in het onderhavige geval naast het ruimtebeslag van de activiteit ook rekening gehouden te worden met de verkeersaantrekkende werking van het zwembad en in het Besluit m.e.r. is dat vertaald naar het "aantal bezoekers per jaar". Op grond van deze overwegingen stellen reclamanten dat het aantal "bezoekers" gesteld kan worden op 600.000, zijnde bezoekers van het zwembad, de aan- en afrijdende auto's naar en van het zwembad, het tenniscomplex, de bezoekers van de verhuurbare ruimten en de de verkeersbewegingen naar en van de woningen. Dit aantal zit boven de grens van 500.000 waarboven een milieu-effectrapportage nodig is. 2. Toets aan Wet en Besluit op de Ruimtelijke Ordening Reclamanten stellen dat het ontwerp-bestemmingsplan niet voldoet aan de eisen van artikel 9 en 12, lid 2 BRO nu een goede en heldere afweging op basis van gedegen onderzoek naar de gewenste planologische inpasbaarheid in de toelichting ontbreekt. Het plan kan volgens reclamanten dan ook niet in de huidige vorm vastgesteld worden. 3Verkeer en vervoer Geen duidelijk beeld wordt geschetst van de verwachte verkeerssituatie in en rond het plangebied. Met name de Irenestraat, als onderdeel van het hoofdwegennet van Breda, heeft een stroomfunctie, welke onder druk komt te staan door de voorgestelde en voorgestane ontsluiting en aantakking van het nieuwe plangebied op de bestaande -9-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 249