Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 2476 wegen. De toenemende drukte zal in de toekomst tot nog meer verkeersproblemen leiden, hetgeen in strijd komt met het gemeentelijk verkeers- en vervoersbeleid omdat zowel de bereikbaarheid en de leefbaarheid van de (binnen)stad aangetast wordt 4Planschade Door de voorgestane ontwikkelingen ontstaat schade door waardevermindering van de woningen, vermindering zoninstraling ten gevolge van het appartementengebouw op de hoek Beatrixstraat/Irenestraat, hinder en (parkeer)overlast en fysieke schade aan de woningen ten gevolge van bouwactiviteiten. Beoordeling ^9 1. Milieu-effectrapportage Artikel 7.2, eerste lid, Wet milieubeheer bepaalt dat bij Algemene maatregel van bestuur de activiteiten worden aangewezen, die belangrijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu. In het tweede lid van dit artikel is vervolgens bepaald dat tot de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, mede-activiteiten belangrijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu. Volgens de Memorie van Toelichting wordt hiermee met name bedoeld als zodanig niet bijzonder nadelige activiteiten, die echter door hun samenloop met andersoortige activiteiten tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu leiden. Onder punt 10.1 van Bijlage C van het MER-besluit 1994, wordt als besluit in de zin van artikel 7.2, eerste lid van de Wet milieubeheer genoemd: de vaststelling van een ruimtelijk plan dat als eerste in de mogelijke aanleg voorziet. Het tenniscomplex bestaat reeds en wordt in het bestemmingsplan opnieuw positief bestemd. Het tenniscomplex kan dan ook niet bij de beoordeling van de MER-plicht worden betrokken. Voorts is er in het kader van het aantal bezoekers per jaar als bedoeld in het MER- besluit geen aanknopingspunt te vinden voor de stelling dat tevens rekening dient te ■/[a worden gehouden met de verkeersaantrekkende werking van het zwembad. In de Nota van Toelichting op het MER-besluit (Stb. 1994, nr. 15) valt te lezen dat de aanleg van recreatieve en toeristische voorzieningen MER-plichtig is indien de activiteit 500.000 bezoekers of meer per jaar aantrekt. De voorwaarde "verkeersaantrekkende werking van gemiddeld 1000 voertuigen of meer per dag van openstelling" is vervallen omdat dit in de praktijk een moeilijk te hanteren richtsnoer bleek te zijn voor het bepalen van de MER-plicht. Gezien deze toelichting is het niet logisch dat dit criterium vervolgens toch weer wordt gebruikt voor het beoordelen van de MER-plicht. Wij zijn dan ook van mening dat uitgangspunt blijft het aantal bezoekers per jaar. De Nota van Toelichting op onderdeel 10.1 van bijlage C van het MER-besluit vermeldt niets over de invulling van dit criterium. Naar onze mening dient "de activiteit" te worden gedefinieerd als het zwembad met de daarbij behorende voorzieningen. Bij de voorbereidingen van het bestemmingsplan is rekening gehouden met een overdekt zwembad, berekend op 844 bezoekers per dag met een piekbelasting van 1096 bezoekers. Per jaar ligt het geprognotiseerde aantal bezoekers tussen de 286.000 en 308.000. Uitgaande van een maximale piekbelasting zou het aantal bezoekers circa 400.000 -10-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 250