Gemeente Breda
Agendapuntnummer 1998/58
Raadsvoorstel
Registratienummer 2617
Dienst/afdeling RME/VHV
Aantal bijlagen 2
Betreft: Nota Volkshuisvesting
Inleiding
In het Program-akkoord 1997 - 2000 is opgenomen, dat aan de gemeenteraad een Nota
Volkshuisvesting zal worden aangeboden. Daartoe bestaat aanleiding omdat de veran
derde rijksregelgeving tot een herbezinning op de volkshuisvesting noopt waar het de
rol van de gemeentelijke overheid betreft.
De eerste versie van bijgaande concept-nota is door het college op 18 november 1997
voor bespreking in de raadscommissie OVB en consultatie van de externe volkshuisves
tingspartners vrijgegeven. Deze consultaties hebben geleid tot een op onderdelen
bijgesteld concept. De vragen en opmerkingen gesteld in de raadscommissie OVB d.d. 2
december 1997, de verslagen van de consultatiebijeenkomsten en een verwerking van de
schriftelijk binnengekomen inspraakreacties treft u in een bijlage bij de nota aan.
Tijdens de tervisielegging van de concept-nota is op 17 december 1997 een openbare
hoorzitting georganiseerd; aangezien de opkomst voor die zitting nihil was is van
een verslag afgezien.
Voorstel
Vaststelling van de Nota Volkshuisvesting als basis van het te voeren volkshuisves
tingsbeleid.
Motivering
De hoofdlijnen van de Nota luiden als volgt:
De rol van de gemeente is sterk veranderd. In het recente verleden lag het accent op
de meest doelmatige verdeling van de subsidiemiddelen van het rijk. Thans zijn deze
middelen nagenoeg verdwenen en ligt de nadruk vooral op de regierol van de gemeente.
Deze positiewijziging komt in een periode dat er ingrijpende veranderingen in de
samenleving en (dus) op de woningmarkt gaande zijn.
De huidige maatschappelijke context kenmerkt zich door voortschrijdende individuali
sering, culturele pluriformiteit en groeiende verscheidenheid aan wensen op het
gebied van wonen, en meer algemeen, leefwijze.
Bovendien zijn er fundamentele wijzigingen in de samenstelling van de bevolking
gaande, waarbij vooral de vergrijzing en de (daarmee samenhangende) sterke stijging
van het aantal één- en tweepersoonshuishoudens in het oog springen.
Landelijk gezien zal op afzienbare termijn de kwantitatieve behoefte aan meer wonin
gen voorbij zijn (in sommige regio's is dat nu al het geval, voor Breda zal dat
moment later liggen)maar tegelijkertijd is er groeiende aandacht nodig voor de
kwalitatieve aspekten van de woning- en woonomgevings-voorraad.