Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 2617 punt (niet het dogma) van het 'spiegelbeeldig' bouwen en beheren te kiezen. Spiegelbeeldig bouwen betekentduurder bouwen waar de goedkope voorraad overheerst en goedkopere woningen toevoegen waar duur de overhand heeft (hetgeen niet steeds door nieuwbouw hoeft te gebeuren, maar ook binnen de bestaande woningvoorraad kan worden bereikt) Spiegelbeeldig bouwen betekent ook dat subsidies voor goedkoop bouwen, voorzover die noodzakelijk zijn, zullen worden ingezet in die gebieden waar relatief weinig goed kope woningbouw aanwezig is, of waar goedkope bouw niet zonder meer zal of kan worden ontwikkeld. Het Program-akkoord vermeldt deze doelstelling expliciet voor de grotere (=Vinex) uitbreidingen. Spiegelbeeldig beheren betekent kwaliteitsverbeteringen, verkoop van woningen en sloop, gevolgd door nieuwbouw in eenzijdig goedkope gebieden, en huurmatiging/- verlaging in andere gebieden. Bovendien betekent het gerichte inzet van de instru menten woningtoewijzing en fiattering huursubsidie. Op deze wijze worden bovendien de pieken en dalen in de huishoudenssamenstelling van wijken (starters, 'lege nest'-huishoudens, e.d.) afgevlakt, en pluriformiteit bevor derd met als gevolg een meer stabiele bevolkingssamenstelling. Hierdoor kan effici ënter met de voorzieningen (bijv. scholen, winkelvoorzieningen, openbaar vervoer, sportvoorzieningen) worden omgesprongen. Samenwerking Deze volkshuisvestingsopgave vergt het inzicht bij de verschillende partijen in de volkshuisvesting, te weten de woonconsumenten, de woningcorporaties, de makelaars, de beleggers, de projektontwikkelaars en de gemeente, dat op de langere termijn bezien correcties op de marktwerking -waar korte termijn overwegingen overheersen- in ieders belang zijn. Het veronderstelt ook consensus over de toekomstvisie van de stad. In de vorm van o.a. het Stadsplan werkt het gemeentebestuur aan die toekomstvisie. De hierboven geformuleerde beleidsdoelstelling is een uitwerking van hetgeen in de Wegwijzer van het Stadsplan (2e fase) is opgenomen. De uitwerking van die visie zal gebiedsgericht binnen de kaders van het districtgewijswerken door de gemeente in nauwe samenspraak met bevolking en betrokken instellingen en eigenaren ter hand worden genomen. Voor de uitvoering van het volkshuisvestingsbeleid hebben en behouden de woningcor poraties een hoofdrol bij het huisvesten van de doelgroepen van beleid, dit wil zeggen de groepen met een lage inkomenssituatie, op de woningmarkt. De woningcorpo raties zullen hun activiteiten met betrekking tot de verhuur van de woningen, de instandhouding en verbetering van hun woningbezit en de daarbij behorende woonomge ving en tenslotte ook met betrekking tot nieuwbouw en herstructurering zoveel moge lijk moeten afstemmen (binnen iedere corporatie, maar óók onderling) op deze hoofd rol. Bijzondere omstandigheden daargelaten (bijvoorbeeld voortkomend uit de samen stelling of financieringsstructuur van het woningbezit) dienen de inkomsten uit verhuur voldoende te zijn voor het uitvoeren van deze verantwoordelijkheid. De gemeente heeft er groot belang bij dat de woningcorporaties succesvol zijn bij het vervullen van hun taak. Daarom zijn in de vorm van een convenant meerjarenaf- >w -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 298