Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 3166
gebracht in de eerstvolgende vergadering van de raad. Dus van bekrachtiging door de
raad is geen sprake geweest. De gerechtelijke instanties hebben aanvankelijk nooit
problemen met deze handelswijze gehad. Echter, de laatste tijd wijst jurisprudentie
uit, dat de rechter zeer nauwkeurig onderzoekt of wel juiste besluitvorming heeft
plaatsgevonden. Ook het Gerechtshof blijkt daar nu erg op gebrand blijkens zijn
arrest van 25 maart 1998. Het hof spreekt daarin onder andere uit de gemeente in de
gelegenheid te stellen zich uit te laten over de besluitvorming door de gemeenteraad
over het voeren van verweer in onderhavig rechtsgeding in eerste aanleg en in hoger
beroep en het raadsbesluit te overleggen op de rolzitting van 28 april 1998.
Weliswaar kan onzerzijds wellicht worden gesteld, dat door de raad in kennis te
stellen (zie de voorwaarde bij het delegatiebesluit uit 1982) de raad de gelegenheid
heeft gehad zich over de zaak uit te laten, maar in overleg met de stadsadvocaat,
die in deze de belangen van de gemeente en het Centraal Beheer behartigt, stellen
wij u voor de zekerheid nog voor een officieel besluit te nemen, waarin uw raad de
eerder door ons college in deze zaak genomen besluiten bekrachtigt.
Consequenties
Geen.
Communicatie
Geen.
Commi s s iebehande1ing
De rolzitting van het hof is op 23 april a.s. De reguliere commissievergadering S&M
heeft reeds plaatsgevonden op 8 april j.l. Vanwege deze bijzondere omstandigheden en
de aard van het voorstel doen wij u dit voorstel zonder inschakeling van de
functionele commissie.
Burgemeester en wethouders van Breda,
C.G.J. Rutten
B. Ouwerkerk
secretaris
Ligt ter inzage
Als bijlage bij dit voorstel is meegezonden
-2-