Gemeente Breda
Agendapuntnummer 1998/79
Raadsvoorstel
Registratienummer 2493
Dienst/afdeling SAW/WOA
Aantal bijlagen 1
Betreft: Bestedingsplan 'extra' middelen onderwijsachterstandenbeleid 1997-1998
Inleiding
Met ingang van 1 augustus 1997 is de wet Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid
(wet GOA) van kracht geworden. Op basis van deze wet worden per 1 augustus 1998 de
taken en middelen in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid gedecentrali
seerd naar de gemeenten. Deze middelen worden in de vorm van een specifieke uitke
ring aan de gemeenten beschikbaar gesteld. De exacte hoogte van de specifieke uitke
ring is op dit moment nog niet bekend. Vooralsnog wordt uitgegaan van een bedrag van
ongeveer 1,9 miljoen. De besteding van dit budget dient, na een op overeenstemming
gericht overleg met de Bredase schoolbesturen, vastgesteld te worden in een vierja
rig Onderwijsachterstandenplan 1998-2002.
Op dit moment wordt in nauwe samenwerking met ondermeer scholen, welzijns-, gezond
heidszorg- en (jeugd)hulpverleningsinstellingen aan de uitwerking van dit plan
gewerkt. Deze samenwerking heeft inmiddels geleid tot een Hoofdlijnennotitie Onder
wijsachterstandenbeleid 1997-2002 dat u in uw vergadering van 18 december 1997 heeft
vastgesteld Deze hoofdlijnennotitie vormt de basis voor het Onderwijsachterstan
denplan 1998-2002.
Vooruitlopend op de decentralisatie van deze rijksmiddelen, heeft de gemeente Breda
reeds voor het lopende schooljaar 1997-1998 een 'extra' specifieke uitkering ontvan
gen van 403.929,-. Deze middelen maken straks integraal onderdeel uit van de
hiervoor bedoelde specifieke uitkering die de gemeente met ingang van 1 augustus
1998 gaat ontvangen. Dit extra budget is landelijk vrijgevallen tengevolge van de
aanscherping van de definiëring van het zogenoemde 125-leerlinggewichtDit is een
rekeneenheid die het rijk hanteert om per school de extra formatie/middelen vast te
stellen om aan risicoleerlingen met laag opgeleide ouders extra aandacht te kunnen
besteden
Dit budget is niet meer specifiek voor deze 125-doelgroep' geoormerkt. De enige
door het rijk gestelde inhoudelijke voorwaarde is dat het Landelijk Beleidskader
Onderwijsachterstandenbeleid richtinggevend voor de besteding dient te zijn. Verder
worden aan de besteding van dit budget in de wet GOA dezelfde voorwaarden gesteld
als aan de besteding van de specifieke uitkering die per 1 augustus 1998 beschikbaar
komtDit betekent dat de besteding vastgelegd dient te worden in een door de raad
vast te stellen plan, nadat over dat plan een op overeenstemming gericht overleg met
de Bredase schoolbesturen heeft plaatsgevonden. Tevens is aangegeven dat de gemeente
er ook voor kan kiezen om een deel van de middelen niet in dit schooljaar te beste
den maar door te schuiven naar de planperiode 1998-2002, zodat de besteding onder
deel wordt van het Onderwijsachterstandenplan 1998-2002.
Uitgaande van het Landelijk Beleidskader Onderwijsachterstandenbeleid en de beleids
uitgangspunten die zijn verwoord in de Hoofdlijnennotitie Onderwijsachterstandenbe-
-1-