Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 2493
leid 1997-2002, is in overleg met het veld het voorliggende bestedingsplan tot
stand gekomen. Op 4 februari 1998 heeft het voorgeschreven op overeenstemming ge
richt overleg met de Bredase schoolbesturen, vertegenwoordigd door de Schoolraad
Breda, plaatsgevonden. Met enkele aantekeningen van de zijde van de Schoolraad Breda
is over dit plan overeenstemming bereikt.
Voor een nadere toelichting wordt naar de brief van de Schoolraad Breda van 2 febru
ari 1998 verwezen
Voorstel
1. Het bijgaande 'Bestedingsplan extra middelen onderwijsachterstandenbeleid 1997-
1998' tot een bedrag van 284.612,- vast te stellen;
2. De kosten van dit bestedingsplan te dekken uit de voor het schooljaar 1997-1998
ontvangen 'extra' specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid van in
totaal 403.929,-;
3. Het restant, ad 119.317,-, van deze 'extra' specifieke uitkering toe te
voegen aan het budget onderwijsachterstandenbeleid waaruit het Onderwijsachter
standenplan 1998-2002 gefinancierd gaat worden;
4. De begroting 1998 conform de besluiten bij punt 1, 2 en 3 wijzigen.
Motivering/Toelichting
Toen bekend werd dat de gemeente Breda voor het schooljaar 1997-1998 een extra
specifieke uitkering zou gaan ontvangen is aan de Vereniging Onderwijsvoorrangsge-
bied Breda e.o. (OVG-Breda) gevraagd met bestedingsvoorstellen te komen Deze
voorstellen van de OVG-Breda, tot een bedrag van 359.000,-, zijn vervolgens aan de
volgende uitgangspunten getoetst
Uitgangspunten voor besteding
a. Besteding dient plaats te vinden binnen de kaders van het Landelijk Beleidska
der Onderwijsachterstandenbeleid en de Hoofdlijnennotitie Onderwijsachterstan
denbeleid 1997-2002.
Door het rijk wordt als (enige) inhoudelijke voorwaarde gesteld dat de beste
ding van dit budget binnen de kaders van het Landelijk Beleidskader Onderwijs
achterstandenbeleid dient plaats te vinden. Iedere gemeente heeft de vrijheid
om op basis van de eigen lokale situatie prioriteit toe te kennen aan een of
meerdere speerpunten uit dit landelijk beleidskader. Een eerste aanzet daartoe
is gemaakt in de door uw raad vastgestelde Hoofdlijnennotitie Onderwijsachter
standenbeleid 1997-2002. Ondermeer aan de hand van de inmiddels beschikbaar
gekomen nul-analyse van de Bredase onderwijsachterstandenproblematiek wordt
deze hoofdlijnennotitie momenteel uitgewerkt tot het Onderwijsachterstandenplan
1998-2002. Gelet op het vorenstaande spreekt het voor zich dat de besteding van
dit extra budget plaats dient te vinden binnen de kaders van het landelijk be
leidskader en de hoofdlijnennotitie.
b. Het zwaartepunt van de besteding dient te liggen in de voor- en vroegschoolse
periode.
-2-