Gemeente Breda
Agendapuntnummer 1998/80
Raadsvoorstel
Registratienummer 1981
Dienst/afdeling SAW/WOA
Aantal bijlagen
Betreft: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Breda
Inleiding
Door de decentralisatie van een aantal rijkstaken op het gebied van onderwijs naar
de gemeenten zal ook in Breda in toenemende mate overleg gaan plaatsvinden tussen de
gemeente en de schoolbesturen. De gemeente en de scholen zijn de centrale partners
in het lokaal onderwijsbeleid. Daarnaast zijn anderen hierbij betrokken, zoals de
Onderwijsbegeleidingsdienst, welzijnsinstellingen, de jeugdhulpverlening etc. Afhan
kelijk van de onderwerpen zullen ook zij bij het lokale overleg betrokken worden.
In de door u in december 1997 vastgestelde Hoofdlijnennotitie Onderwijsachterstan
denbeleid 1997-2002 onderkent Breda dat overleg een zeer belangrijk instrument is
van het lokaal onderwijsbeleid. Overleg maakt het mogelijk om van de beleidsont
wikkeling een gezamenlijk en interactief proces te maken. Een proces waarin de
concrete vraagstukken die zich in de gemeente voordoen, worden opgepakt. De gezamen
lijke analyse en aanpak, dicht bij de onderwijspraktijk, maken maatwerk in de vorm
van op de lokale Bredase situaties toegesneden oplossingen mogelijk. Uiteraard
binnen het kader van de wet- en regelgeving. Daarin zit de meerwaarde van lokaal
onderwijs
Goed en constructief overleg veronderstelt dat de overlegpartners hun uiterste best
doen om tot consensus te komen. In de wet- en regelgeving rond het lokaal onderwijs
beleid heeft de wetgever de consensusgedachte tot uiting gebracht door de intro
ductie van de terminologie van "op overeenstemming gericht overleg"Zo kan uw raad
bijvoorbeeld, krachtens de Wet Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid, pas een
vierjaarlijks plan voor de bestrijding van onderwijsachterstanden vaststellen nadat
daarover met de schoolbesturen op overeenstemming gericht overleg is gevoerd. Op het
specifieke karakter van dit overleg in vergelijking met overleg in het kader van de
'Inspraakverordening Breda 1998', wordt hierna ingegaan.
Het belang dat de wetgever hecht aan goed en serieus overleg komt ook tot uiting in
de wettelijk verplichting voor gemeenten om voor de diverse domeinen van het lokaal
onderwijsbeleid een verordening vast te stellen voor dit op overeenstemming gericht
overleg. In deze verordening dienen met name procedurele en organisatorische aspec
ten rond de inrichting van dit overleg met de Bredase schoolbesturen te worden
vastgesteld. Een van deze aspecten is bijvoorbeeld het delegeren van de bevoegdheid
aan burgemeester en wethouders om dit overleg te voeren.
Voorstel
1. De procedurele en organisatorische aspecten rond de inrichting van het op
overeenstemming gericht overleg, in het kader van het lokaal onderwijsbeleid,
te regelen door middel van het vaststellen van de 'Verordening overleg lokaal
-1-