Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 1981
den, omdat deze belanghebbenden door deelname aan de diverse Kerncommissies
reeds voldoende bij het beleidsontwikkelings- en besluitvormingsproces betrok
ken zijn.
8. Om reden van doelmatigheid dient de verordening de mogelijkheid te bieden dat
het overleg plaatsvindt met een representatieve vertegenwoordiging van de
Bredase schoolbesturen. In de Bredase situatie is dit het overleg met het
bestuur van de Schoolraad Breda.
De onderliggende wet- en regelgeving, waarin wordt voorgeschreven dat de ge
meente het op overeenstemming gericht overleg voert met de besturen van alle
scholen, sluit deze overlegconstructie niet uit. Zie artikel 3, tweede lid van
de verordening
9. De uitvoerende aspecten van het overleg met de schoolbesturen, inclusief het
aanvragen van advies van de Onderwijsraad, dienen te worden gedelegeerd aan
burgemeester en wethouders. Zie meerdere artikelen van de verordening.
10. Per onderwerp waarop deze verordening betrekking heeft dient te worden bepaald
of ook nog inspraak op grond van de Inspraakverordening Breda 1998 noodzakelijk
is
Eén verordening voor het overleg lokaal onderwijsbeleid
De gemeente kan ervoor kiezen om per onderdeel van het lokaal onderwijsbeleid een
aparte verordening voor het overleg vast te stellen: een overlegverordening voor de
onderwijshuisvesting, het onderwijsachterstandenbeleid, schoolbegeleiding etc. Dit
is echter omslachtig en miskent het gegeven dat deze zaken onderling grote samenhang
vertonen en tezamen het lokaal onderwijsbeleid vormen. Vandaar dat de gemeente Breda
kiest voor één verordening voor het overleg dat ziet op alle facetten van het lokaal
onderwijsbeleid. Bij het opstellen van deze brede verordening is voortgeborduurd op
de verordening procedure overleg huisvesting onderwijs. Deze benadering is nu ver
breed naar alle andere onderwerpen van het lokaal onderwijsbeleid.
Het betreft hier allereerst de onderwerpen van de gemeentelijke besluitvorming over
lokaal onderwijsbeleid waarvoor de wetgever het verplichte "op overeenstemming
gericht overleg" heeft voorgeschreven t.w. (zie ook artikel 2, tweede lid onder a,
van de verordening)
a. De wijziging van de verordening voor de onderwijshuisvesting en het huisves
tingsprogramma onderwijs;
b. Het gemeentelijk plan ter bestrijding van onderwijsachterstanden: het Onder
wijsachterstandenplan 1998-2002;
c. Het gemeentelijk besluit om een deel van het budget voor schoolbegeleiding spe
cifiek te bestemmen voor doelstellingen van het lokaal onderwijsbeleid en
hiervoor criteria vast te stellen;
d. Het gemeentelijk plan voor de toekenning van OALT-middelen.
Hierbij is ervoor gekozen om de formulering algemeen te houden en niet te verwijzen
naar de specifieke vindplaatsen in de onderwijswetgeving. Dit heeft als voordeel dat
de verordening niet hoeft te worden aangepast wanneer de wetgever zou besluiten om
het op overeenstemming gericht overleg voor te schrijven ten aanzien van nieuwe (te
decentraliseren) taken of wanneer op lokaal niveau afspraken moeten worden veranderd
of de Schoolraad Breda onverhoopt wordt opgeheven.
-4-