Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 1981
Er vindt echter geen (finale) besluitvorming plaats in het overlegorgaan. De compe
tentie voor de finale besluitvorming heeft de wetgever gelegd bij de gemeenteraad,
indachtig het principe van territoriale decentralisatie. Het karakter van deze
overlegvorm brengt echter met zich mee dat indien in het bestuurlijk overleg volle
dig overeenstemming wordt bereikt, de raad alleen goed gemotiveerd van dit standpunt
zal kunnen afwijken. Dit volgens de procedure die in artikel 11 van de verordening
opgenomen is. Is er geen of geen volledige overeenstemming in het overlegorgaan over
een onderwerp, dan wordt in de verslaglegging van het overleg aangegeven hoe de
meningsvorming in het overleg is verlopen en welke schoolbesturen bezwaren hebben
aangetekend dan wel een afwijkende zienswijze huldigen. Naast de inhoudelijk argu
mentatie van deze bezwaren is het daarbij ook relevant voor de raad om te beschikken
over informatie aangaande het draagvlak binnen het onderwijs voor dergelijke bezwa
ren. Dit kan worden geïllustreerd aan de hand van het aantal scholen/leerlingen dat
wordt gerepresenteerd door de vertegenwoordigers die een afwijkend standpunt inne
men. Deze beide aspecten - de kracht van de argumenten en het draagvlak dat daarvoor
bestaat binnen het onderwijsveld - zal de raad in onderlinge samenhang dienen te
betrekken bij zijn uiteindelijke besluitvorming over een van de onderwerpen in het
kader van het lokaal onderwijsbeleid.
Relatie tot Inspraakverordening Breda 1998
Een legitieme vraag is: Waarom een aparte verordening om het overleg met schoolbe
sturen over het lokaal onderwijsbeleid te regelen, terwijl er een Inspraakverorde
ning Breda 1998 is De eerste reden is dat de wet- en regelgeving op het gebied van
lokaal onderwijsbeleid een aparte verordening voorschrijft. Een meer inhoudelijke
reden is dat deze figuur van op overeenstemming gericht overleg verder gaat dan wat
in de inspraakverordening onder inspraak wordt verstaan. Het meest duidelijke voor
beeld is de mogelijkheid om advies te vragen van de Onderwijsraad. Slechts op basis
van zwaarwegende argumenten kan de gemeente van dit advies afwijken.
Deze verordening beperkt zich tot schoolbesturen. Per onderwerp zal echter bepaald
moeten worden of ook inspraak geboden moet worden aan ander belanghebbenden. Binnen
deze context kan bijvoorbeeld gedacht worden aan ouders. Voorgesteld wordt dan ook
dat burgemeester en wethouders, conform de Inspraakverordening Breda 1998, per
onderwerp bepalen of inspraak wordt verleend en op welke belanghebbenden deze in
spraak zich richt. Voor de toepassing van deze inspraak zijn uiteraard de bepalingen
van genoemde inspraakverordening van toepassing.
Consequenties
Buiten het feit dat door het vaststellen van deze verordening het juridisch kader
wordt bepaald waaraan de gemeente Breda zich dient te houden bij het organiseren van
het op overeenstemming gericht overleg, heeft dit besluit geen verdere consequen
ties
Communicatie
Over voorliggende verordening heeft overleg plaatsgevonden met het bestuur van de
Schoolraad Breda. Zij konden instemmen met deze verordening. Andere belanghebbenden
zullen door middel van de gebruikelijke publikatie van verordeningen op de hoogte
-6-