Gemeente Breda
Agendapuntnummer 1998/82
Raadsvoors tel
Registratienummer 1455
Dienst/afdeling RME/VHV
Aantal bijlagen
Betreft: Besluit inzet van een deel van de reserve Volkshuisvesting ten behoeve van
het oplossen van knelpunten in de Volkshuisvesting in 1997.
Inleiding
Ten behoeve van knelpunten voor sociale woningbouw in de bestaande stad heeft de
gemeente een knelpuntenfonds ingesteld, jaarlijks 1.000.000,-- als onderdeel van
de reserve Volkshuisvesting.
In het meerjaren investeringsplan 1996-1998 zijn hiertoe de benodigde middelen
gereserveerd
Voorstel
la. Ten behoeve van huurmatiging f 702.888,-- beschikbaar te stellen voor de
projecten A.l t/m A.10 volgens bijgevoegde lijst,
lb. Ten behoeve van opwaardering woonomgeving f 297.112,-- als bijdrage
beschikbaar te stellen voor de projecten B.l t/m B.3 volgens bijgevoegde
lij st
2De onder la en lb genoemde bedragen ten laste te brengen van de reserve
Volkshuisvesting 1997.
3 De Bredase woningbouwcorporaties op de hoogte te stellen van uw besluit
omtrent inzet van een deel van de reserve volkshuisvesting ten behoeve van
het oplossen van volkshuisvestelijke knelpunten.
Motivering/Toelichting
Het besluit is gebaseerd op de hoofddoelstellingen van het volkshuisvestingsbeleid
van het rijk, zoals beschreven in het Besluit Woninggebonden Subsidies en de
gemeente Breda, zoals vastgesteld in de meerjarenafspraken met de woningcorporaties.
Voor het rijk gelden vijf verdelingskerncriteria waaraan moet worden voldaan:
woningbehoefte: het inlopen van woningtekorten;
verbetering kwaliteit bestaande woningen;
doelmatig en evenwichtig gebruik bestaande woningen;
bevorderen differentiatie sociale samenstelling van wijken;
financiële draagkracht sociale verhuurders.
Deze door het Rijk geformuleerde kerncriteria dienen t.a.v. de budgetverdeling van
Rijksmiddelen herkenbaar te zijn in het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid.
Dit beleid is door de gemeente Breda in de meerjarenafspraken met de
woningcorporaties doorvertaald, en heeft geleid tot een viertal doelstellingen:
passend huisvesten van de primaire doelgroep;
leefbaarheid van buurten en wijken;
het doen realiseren van het woningbouwprogramma;
nieuwe verhoudingen tussen actoren op lokaal niveau.
-1-
