Artikel 9: bodemonderzoek a. Omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de te verkopen grond, is een bodemonderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in het rapport/de rapporten van de Milieu dienst van de gemeente Breda, nummers 14064, 14172, 954-20-6443, in welk(e) rap porren) de toestand van de grond wordt omschreven en waaruit blijkt dat er geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond dergelijke stoffen bevinden, die naar de huidige maatstaven schadelijk zijn te achten voor het milieu, of die anderszins onaanvaardbaar zijn. Evenmin heeft verkoper, gezien het voorafgaande gebruik van de grond voorzover dat aan de verkoper bekend is, reden om aan te nemen, dat dergelijke stoffen zich in de grond zouden kunnen bevinden. b. Indien tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de bouw van het op de grond te realiseren bouwplan, doch voor het moment van het ondertekenen van de notariële akte/c.q. ingebruikneming van de grond, zou blijken van de aanwezigheid van naar de huidige maatstaven voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen, die van zodanige concentratie en aard zijn dat van koper in redelijkheid niet kan worden ver langd dat hij, zonder tot sanering over te gaan, aan zijn bouwplicht voldoet, heeft koper het recht deze overeenkomst te ontbinden en het/de registergoed(eren) ter vrije beschik king van de gemeente te stellen, voorzover redelijkerwijze mogelijk in de toestand waarin deze zich bevond bij het aangaan van de overeenkomst. c. Onder voor het milieu gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen worden niet verstaan: funderingsresten, puin of andere restanten van bouwkundige aard, noch de aanwezigheid van de draagkracht van de grond beïnvloedende omstandigheden, noch stobben van bomen of struiken. Artikel 10: voortijdige ingebruikneming Bij de ingebruikneming van het/de registergoed(eren) wordt/worden de koper(s) geacht deze volledig te kennen en te aanvaarden als bouwrijpe grond, zodat hij alsdan geen aanspraak kan maken op enige vergoeding van enigerlei schade wegens structuur, gesteldheid, veront reiniging et cetera van de bodem. Artikel 11: twee of meer kopers Ingeval twee of meer personen koper zijn, geldt het volgende: a. kopers kunnen slechts gezamenlijk de voor hen uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten uitoefenen; b. alle partijen zijn hoofdelijk verbonden voor de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Artikel 12: parkeerplaatsen a. Koper(s) en diens rechtsopvolgers dienen op het hierbij verkochte perceel grond parkeer ruimte voor 1 auto te realiseren, in stand te houden en bereikbaar te houden. Artikel 13: gedoogplicht Koper moet gedogen, dat palen, kabels, draden, isolatoren, rozetten en pijpleidingen, voor openbare doeleinden bestemd, op, in, aan, of boven het verkochte worden of zijn aange bracht, op de plaatsen waar en de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders c.q. het desbetreffende nutsbedrijf dit nodig zal achten; omtrent bedoelde plaats en wijze wordt tevoren met de eigena(a)r(en) overlegd; koper of diens rechtsverkrijgenden zijn verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling is of wordt aangebracht te laten bestaan. Artikel 14: bouwplicht a. Koper is verplicht binnen 2 maanden na de datum van het besluit tot verkoop van de grond te starten met de bouw van de in artikel 4 lid 6 aangeduide woning, of de datum van afgifte van de bouwvergunning tenzij door partijen nader anders is overeengekomen. Onder het starten van de bouw wordt ten dezen verstaan dat de palen zijn geheid en/of de fundamenten zijn gelegd en dat de begane grondvloer is aangebracht, tenzij nader schriftelijk anders door partijen is/wordt overeengekomen. RME09020 Gemeente Breda

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 485