Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 3191
Bij besluit van 6 juni 1996 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant de
gevraagde verklaringen van geen bezwaar afgegeven.
Bij besluit van 30 augustus 1996 werd door ons college vrijstelling verleend van de
voorschriften van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 1973 en bouwvergunning
verleend voor de uitbreiding van het hoofdkantoor van Esso Nederland B.V..
De uitbreiding van het hoofdkantoor is inmiddels gerealiseerd.
In de vergadering van 3 mei 1995 heeft uw raad besloten tot vaststelling van het
bestemmingsplan Verkooppunt motorbrandstoffen Graaf Engelbertlaan.
Bij dit verkooppunt, gelegen aan de noordzijde van de Graaf Engelbertlaan, mag ook
LPG worden verkocht
Het vul- en opslagpunt voor de LPG zal worden gerealiseerd op een perceel gelegen
aan de westzijde van de toegangsweg naar het hoofdkantoor van Esso Nederland B.V.
Door middel van een ondergrondse transportleiding zal het vul- en opslagpunt worden
verbonden met het verkooppunt gelegen aan de noordzijde van de Graaf Engelbertlaan.
In het onderhavige ontwerp-bestemmingsplan zijn het hoofdkantoor, de
groenvoorzieningen alsmede het te realiseren vul- en opslagpunt voor LPG opgenomen.
Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 9 maart 1998 gedurende een termijn
van vier weken voor een ieder ter inzage gelegen.
Gedurende deze periode heeft niemand een zienswijze kenbaar gemaakt bij uw raad.
In het ontwerpplan zijn na de tervisielegging geen wijzigingen meer aangebracht.
Thans dient uw raad een besluit te nemen tot vaststelling van het bestemmingsplan.
Consequenties
Omdat niemand een zienswijze heeft kenbaar gemaakt bij uw raad en in het ontwerp-
bestemmingsplan geen wijzigingen zijn aangebracht, kan op grond van het bepaalde in
de Wet op de Ruimtelijke Ordening slechts een belanghebbende die aantoont dat hij
redelijkerwijs niet in staat is geweest een zienswijze kenbaar te maken bij uw raad,
na de vaststelling van het bestemmingsplan, bedenkingen inbrengen bij Gedeputeerde
Staten van Noord-Brabant en eventueel daarna beroep instellen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Communicatie
Nadat het bestemmingsplan is vastgesteld zal het conform het bepaalde in de Wet op
de Ruimtelijke Ordening gedurende een termijn van vier weken ter inzage worden
gelegd.
Hiervan zal mededeling worden gedaan in de verzameladvertentie in het Stadsblad, in
de Staatscourant alsmede via bordpublicatie.
Commi ssiebehandeling
De commissie Ruimtelijke Ordening kan zich met dit voorstel verenigen.
-2-