Gemeente Breda Agendapuntnuinmer 1998/103 Raadsvoorstel Registratienummer 3106 Dienst/afdeling RME/JZ Aantal bijlagen Betreft: Voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit voor het perceel Oosterhoutseweg 139 te Teteringen (Restaurant-Bistro BoschlustJc, Inleiding De eigenaren/exploitanten van Restaurant-bistro Boschlust, Oosterhoutseweg 139 te Teteringen hebben te kennen gegeven hun restaurantbedrijf te willen uitbreiden. Er zijn plannen om zowel het restaurantgedeelte als de keuken uit te breiden. De uitbreidingsplannen zijn echter niet in overeenstemming met het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Oosterhoutseweg-Heistraat" vastgesteld op 25 februari 1975 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 26 mei 1976. Voorstel Te besluiten tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het perceel Oosterhoutseweg 13 9 te Teteringen overeenkomstig het bij dit raadsvoorstel behorende concept-besluit Motivering/Toelichting Op grond van het ter plaatse vigerende bestemmingsplan is een gedeelte van het perceel bestemd tot "horecabedrijven" en het resterende gedeelte van het perceel tot "tuinen en erven"De geplande uitbreidingen liggen grotendeels buiten het tot horecadoeleinden" bestemde bouwvlak. De uitbreiding van het restaurantgedeelte ligt nog wel voor ongeveer de helft binnen het bouwvlak maar met name de uitbreiding van de keuken ligt hier geheel buiten. Omstreeks 1990 is voor het gebied, waarbinnen ook het onderhavige restaurant is gelegen, gestart met de ontwikkeling van een nieuw bestemmingsplan "Oosterhoutseweg- Heistraat, herziening 1990". In dit bestemmingsplan was aan Restaurant-bistro Boschlust ruime uitbreidingsmogelijkheden toegekend. Bij de goedkeuring van de betreffende bestemmingsplanherziening werd aan de toegekende bestemming voor het restaurant goedkeuring onthouden. De overweging die hiertoe aanleiding gaf was dat de uitbreiding in principe op het gehele perceel kon worden gerealiseerd waarbij bovendien sprake zou kunnen zijn van het kappen van een bestaand bos. De uitbreidingen als zodanig waren derhalve onvoldoende ingekaderd. Bovendien was men van mening dat onvoldoende was aangetoond, gelet op de buitengebiedsituatie, waarom een dergelijke grootschalige uitbreiding ter plaatse noodzakelijk was. In principe rust nu op de gemeente, op grond van artikel 30 WRO de plicht het bestemmingsplan te herzien met inachtneming van het besluit van Gedeputeerde Staten. Hierin zou dan het bestaande horecabedrijf kunnen worden ingekaderd waarbij met beperktere uitbreidingsmogelijkheden rekening is gehouden. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 559