Gemeente Breda
Agendapuntnummer 1998/16
Raadsvoorstel
Registratienummer 1821
Dienst/afdeling RME/JZ
Aantal bijlagen 1
Betreft: Deelname aan schadevergoedingsschap HSL-Zuid en delegatie bevoegdheid ex
artikel 49 WRO.
Inleiding
In het kader van de voorbereiding van de aanleg van de HSL-lijn en de verbreding van
de Al6 heeft Rijkswaterstaat overleg gepleegd met de betrokken gemeenten en heeft
voorgesteld de behandeling van planschadeverzoeken onder te brengen in een
gemeenschappelijke regeling waarbij een schadevergoedingsschap wordt opgericht.
Deelname aan deze regeling houdt tevens in het overdragen aan het schap van de
bevoegdheid te beslissen op verzoeken om planschade als bedoeld in artikel 49 van de
Wet op de Ruimtelijke Ordening voor zover deze verzoeken betrekking hebben op
bovengenoemde werkzaamheden.
Voorstel
1. Het aangaan van de bij dit voorstel behorende gemeenschappelijke regeling
"Schadevergoedingsschap HSL-Zuid"
2. De bevoegdheid als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
over te dragen aan het algemeen bestuur van het schap, voor zover het betreft
planschade ten gevolge van een rechtstreeks uit het tracébesluit voortvloeiende
planologische maatregel als bedoeld in genoemd artikel.
Motivering/Toelichting
In november 1996 is het ontwerp-tracébesluit HSL-Zuid ter visie gelegd. De
vaststelling daarvan wordt - zo is van de zijde van het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat meegedeeld - in maart 1998 verwacht. Op initiatief van het Rijk is zowel
op ambtelijk als bestuurlijk niveau nagedacht over de wijze waarop te zijner tijd de
afhandeling van planschade- en nadeelcompensatieclaims van individuele burgers
behoort plaats te vinden. Uitgangspunt daarbij is geweest de wens van de
verantwoordelijke Ministers om een voor de burgers heldere regeling te maken, die
een éénduidige, professionele en juridische consistente behandeling van verzoeken om
schadevergoeding garandeert. Deze wens wordt door ons college onderschreven.
Bovendien is van belang geoordeeld dat de burger zijn verzoek bij één loket kan
indienen, ongeacht of er sprake is van planschade (terzake waarvan uw raad ingevolge
artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening competent is) of nadeelcompensatie
(dat tot de bevoegdheid van de Minister van Verkeer en Waterstaat behoort)
Een en ander heeft erin geresulteerd, dat door het Ministerie van Verkeer en
Waterstaat is voorgesteld te komen tot de oprichting van een gemeenschappelijke
regeling, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld dat tot taak krijgt zorg te
dragen voor een correcte afhandeling van planschade- en nadeelcompensatieclaims.
Daartoe dienen zowel de Minister van Verkeer en Waterstaat als de raden van de aan
het schap deelnemende gemeenten hun bevoegdheden over te dragen. De Minister van
-1-