Gemeente Breda
m
Raadsbesluit vervolg
Registratienummer 3341
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
1. Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van het
belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht vóór de zestiende van een maand aanvangt, is het
recht, bedoeld in artikel 2, ten volle over die maand verschuldigd.
3Indien de belastingplicht op of na de zestiende van een maand aanvangt dan wel
de vrijstelling genoemd in artikel 4 vervalt, is het recht, bedoeld in artikel
2, eerst met ingang van de daarop volgende maand verschuldigd.
4. Indien de belastingplicht vóór de zestiende van een maand eindigt dan wel de
vrijstelling genoemd in artikel 4 van toepassing wordt, is het recht over die
maand niet verschuldigd, met dien verstande dat bij het hebben van een
standplaats voor een woonwagen over een periode korter dan één maand, het recht
voor tenmiste één maand is verschuldigd
Artikel 9 Termijn van betaling
1. Het staangeld moet worden betaald binnen acht dagen na de dagtekening van de
schriftelijke kennisgeving.
2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de
Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake
een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
Artikel 10 Kwijtschelding
Bij de invordering van staangeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van de
tarieven die zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking
tot de heffing en de invordering van staangeld.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De "Staangeldverordening Breda 1992", vastgesteld door de raad van de gemeente
Breda dd. 19 december 1991, goedgekeurd bij koninklijk besluit 30 januari 1992
en laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 november 1994;
de "Staangeldverordening Prinsenbeek 1992", vastgesteld door de raad van de
gemeente Prinsenbeek dd. 27 februari 1992, goedgekeurd bij besluit van het
college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant dd. 25 augustus 1992 en laat
stelijk gewijzigd bij besluit dd. 28 september 1995;
de "Verordening woonwagenrechten 1994", vastgesteld door de raad van de gemeente
Nieuw-Ginneken dd. 25 januari 1994, goedgekeurd bij besluit van het college van
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant dd. 28 maart 1994;
de "Staangeldverordening Teteringen 1992, vastgesteld door de raad van 27
februari 1992, goedgekeurd bij besluit van het college van Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant 17 april 1992, worden ingetrokken met ingang van de in het
derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij
van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben
voorgedaan
2Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de
-6-