Gemeente Breda
Bijlage 3341
Artikel 6 Belastingtijdvak
De huurprijs van onder meer standplaatsen wordt elk jaar op 1 juli verhoogd. In deze
Verordening is gekozen voor een belastingtijdvak van een maand. Bij de wijziging van
het tarief kan door aanpassing van de tarieventabel een gelijke tred worden gehouden
met de (eventuele) huurverhogingen voor gebruikers die een huurovereenkomst hebben
getekend.
Artikel 7 Wijze van hef finer
Ingevolge artikel 233 van de Gemeentewet kunnen gemeentelijke belastingen worden
geheven bij wege van aanslag, bij wege van voldoening op aangifte of op andere
wijze. In deze Verordening hebben wij gekozen voor de heffing op andere wijze
namelijk, door middel van een gedagtekende schriftelijk kennisgeving.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
In het eerste lid is geregeld dat de belastingschuld bij het begin van het
belastingtijdvak ontstaat. Doordat de daarmede de materiële belastingschuld reeds
bij het begin van het belastingtijdvak aanvangt, kan in de loop van het
belastingtijdvak de belastingschuld worden geformaliseerd.
In het tweede en het derde lid is een regeling opgenomen voor de gevallen waarin de
belastingplicht in de loop van het tijdvak ontstaat. Het vierde lid bevat een
regeling voor de gevallen waarin de belastingplicht in de loop van het belasting
tijdvak eindigt.
Artikel 9 Termijnen van betaling
Houders van standplaatsen die een huurovereenkomst met de gemeenten hebben gesloten,
moeten bij het begin van de maand de huurvergoeding betalen. Het ligt voor de hand
hierbij voor het staangeld zoveel mogelijk aan te sluiten.
Artikel 10 Kwijtschelding
Op grond van artikel 255 van de Gemeentewet volgen gemeenten het
kwijtscheldingsbeleid van de rijksoverheid zoals dat is geregeld in de
Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Ingevolge het derde lid van genoemd
artikel kan de raad bepalen dat in het geheel geen dan wel een gedeeltelijke
kwijtschelding wordt verleend. Gelet op het retributieve karakter wordt ter zake van
de staangelden geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
In artikel 156, eerste en tweede lid, onder f, van de Gemeentewet is bepaald, dat de
raad aan het college van burgemeester en wethouders bevoegdheden van de raad kan
overdragen. Van deze mogelijkheid is in deze verordening gebruik gemaakt voor
tariefwijzigingenDaarvoor is een aantal redenen aan te voeren.
In de eerste plaats kan het college van burgemeester en wethouders in beginsel
sneller dan de raad inspelen op het jaarlijks door het rijk vastgestelde huurbeleid.
Het rijk kondigt dit beleid, waaraan verhuurders moeten voldoen, jaarlijks in het
voorjaar aan. Om de tarieven van het staangeld per 1 juli te kunnen verhogen, dient
tijdig een besluit te worden genomen hetwelk op de voorgeschreven wijze bekend
gemaakt dient te worden.
Ook het feit dat het college van burgemeester en wethouders de huren van de
standplaatsen vaststelt, is een reden om het college de tarieven van het staangeld
-