Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 32 58 Artikel 3.1 De wijze van melden Onderstaande wijziging betreft een verduidelijking. Hoewel uit de leden 1 tot en met 3 voortvloeit dat, wil er sprake zijn van een ontvankelijke melding, ook moet worden voldaan aan de leden 4 en 5 van dit artikel, bleek dit in de praktijk tot misverstanden te leiden. Teneinde die misverstanden in de toekomst te voorkomen, worden de leden 4 en 5 toegevoegd aan de opsomming die lid 8 geeft. Artikel 4.7 Bemalen van bouwputten Voorgesteld wordt de reikwijdte van artikel 4.7 tekstueel te verduidelijken ten aanzien van bouwputten van bouwwerken, geen gebouw zijnde. De toelichting is aangepast aan het vervallen van de gemeentelijke lozingsverordeningen riolering per 1 maart 1996. Artikel 4.10 Veiligheid van hulpmiddelen en het voorkomen van hinder De Wet milieubeheer vervangt de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne. Verwijzing naar de nieuwe wet is gewenst. Artikel 4.11 Bouwafval Ter uitvoering van het Implementatieplan bouw- en sloopafval en van de mede door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten ondertekende Beleidsverklaring milieutaakstel ling bouw 1995 heeft de VNG op zich genomen aan de hand van onderzoek te beoordelen hoe in de (model) bouwverordening het aantal fracties waarin het bouwafval moet worden gescheiden kan worden geregeld. Daarbij gold het uitgangspunt dat scheiden bij de bron verreweg het beste was voor het te bereiken doel, het kunnen hergebruiken van bouwafval Sinds 1995 hebben enkele ontwikkelingen plaatsgevonden die een herziening van de scheidingsvoorschriften in de bouwverordening wenselijk maken. Voor die herziening geldt het volgende principe. De stoffen die thans nog bij de bron, dit is op de bouwplaats, verplicht moeten worden gescheiden, zijn gevaarlijke afvalstoffen en afvalstoffen die slechts voor hergebruik geschikt zijn, indien zij schoon zijn. Op grond van deze criteria is een beperktere lijst dan vroeger ontstaan van de verplicht te scheiden fracties bouwafval. Dit neemt niet weg dat het vanwege de optimalisering van het hergebruik wenselijk is dat er meer fracties op de bouwplaats worden gescheiden. De resultaten van onderzoek wijzen uit dat het scheiden op de bouwplaats financieel aantrekkelijker is dan het ongesorteerd aanbieden aan een verwerkingsinrichting en voorts dat scheiding op de bouwplaats tot een hoger percentage aan hergebruik leidt dan scheiding achteraf. Uitgangspunt is thans dat deze financiële impuls in voldoende mate bewerkstelligt dat scheiding op de bouwplaats plaatsvindt. Voor de fracties waarvoor dit uitgangspunt niet of in mindere mate geldt - dit betreft met name verpakkingsafval - wordt door het Ministerie van VROM separaat beleid ontwikkeld, gericht op preventie en hergebruik. Om deze redenen wordt ervan afgezien de scheiding op de bouwplaats in een groot aantal verschillende fracties langer in de (modelbouwverordening voor te schrijven. Daar is tevens rekening gehouden met de positieve werking die uitgaat van het per 1 april 1997 in werking getreden Stortverbod voor herbruikbaar bouw- en sloopafval (Stb1996, 625) -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 647