Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 32 58
Ten tijde van het schrijven van deze regelen (medio 1997) is het onderwerp bouwafval
op grond van de Wet milieubeheer ook nog geregeld in enkele provinciale
milieuverordeningen (PMV's). Van het IPO is echter vernomen dat de betrokken
provincies voornemens hebben om de scheidingsvoorschriften die van belang zijn voor
bouw- en slooplocaties op korte termijn uit hun PMV te schrappen. In een concreet
geval is het wenselijk om de provinciale griffie te raadplegen over de vraag of, en
zo ja, welke provinciale voorschriften ter zake van kracht zijn. Zolang de
voorschriften in de PMV nog niet zijn geschrapt, hebben deze voorschriften voorrang
omdat de PMV een hoger regeling is dan de (modelbouwverordening
Artikel 4.15 Verbod te bouwen als bouw is stilgelegd
Artikel 4.15 is het sluitstuk van de ambtelijke bouwstop. Dit artikel verbiedt te
bouwen, of daarmee verder te gaan, als de bouw is stilgelegd. Deze ambtelijke
bouwstop op grond van artikel 100 Woningwet en artikel 11.1 (modelbouwverordening
verdwijnt en maakt plaats voor het stilleggen van de bouw krachtens de
bestuursdwangbevoegdheid van burgemeester en wethouders. Zie hiervoor de
onderstaande motivering bij hoofdstuk 11, artikel 11.1.
Bij het stilleggen van de bouw op grond van de bestuursdwangbevoegdheid is een
expliciet verbod om verder te bouwen niet nodig, omdat dit direct voortvloeit uit de
bestuursdwangaanschrijving zelf.
Hoofdstuk 5 Staat van open erven en terreinen, brandveiligheidsinstallaties en
aansluiting op de nutsvoorzieningen (aanschrijvingsgrondslag)
Door het toevoegen van het nieuwe artikel 5.4.1 aan dit hoofdstuk dient de titel van
hoofdstuk 5 te worden gewijzigd.
Artikel 5.2.1 Algemene eisen voor brandveiligheidsinstallaties in gebouwen
De onderhavige wijziging houdt verband met de herziening van de NEN-norm waarnaar
wordt verwezen, en met de wenselijkheid dat de brandmeldinstallatie ten bewijze van
het voldoen aan de eisen van de onderhavige NEN-norm is gecertificeerd.
In de circulaire EB97/737 d.d. 16 juni 1997 van het Ministerie van Binnenlandse
zaken met betrekking tot loos alarm van brandmeldinstallaties wordt een 4-tal
oplossingsrichtingen onderscheiden. Een van deze richtingen betreft het verbeteren
van de kwaliteit van de brandmeldinstallaties. Het verlangen van een certificaat of
kwaliteitsverklaring is hiervoor een doeltreffend middel.
Artikel 5.2.3 Aanwezigheid van brandveiligheidsinstallaties in woongebouwen van
bijzondere aard
De voorgestelde wijzigingen met betrekking tot lid 1 brengen een betere afstemming
tussen het woordgebruik in de Regeling Bouwbesluit brandveiligheid en de
bouwverordening tot stand. Daarnaast bestond de mogelijkheid om de huidige redactie
van dit lid ruimer uit te leggen dan de bedoeling was.
Het tussenvoegen van een nieuw lid 2 met de mogelijkheid voor de gemeentelijke
overheid over te gaan tot het voorschrijven van een beperkte brandmeldinstallatie en
een ontruimingsalarminstallatie, vloeit voort uit de ontwikkelingen in de zorgsector
waarbij de ouderen welke zorg behoeven langer in de thuissituatie kunnen blijven
w
-
