Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 3258 (model)bouwverordening, is deze datum niet gehaald. Gemeenten zijn hierover geïnformeerd bij ledenbrief van 20 mei 1997, nummer Lbr. 97/870. Door de onderhavige voorstellen tot wijziging van artikel 8.1.2 van de (model)verordening vast te stellen wordt aan deze verplichting voldaan. De thans in artikel 8.1.2, lid, 2, onder 1, geldende verplichting om een eventueel beschikbaar onderzoeksrapport te overleggen wordt geschrapt In de praktijk zal meestal onderzocht dienen te worden of een te slopen bouwwerk wel asbest bevat, en daarna pas waar het zich bevindt. De verplichting om een onderzoeksrapport van een deskundig bedrijf te overleggen geldt alleen indien het een aanvraag om sloopvergunning voor het verwijderen, of mede het verwijderen, van asbest betreft. De verplichting geldt dus niet voor sloopmeldingen, noch voor bouwwerken waarin geen asbest aanwezig is. Zie artikel 2, letter a juncto letter h, van het AsbestverwijderingsbesluitDaarnaast staat het Asbestverwijderingsbesluit uitzonderingen op deze verplichting toe, indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate, en dus op andere wijze, is aangetoond waar het asbest zich in het bouwwerk bevindt. Er zijn derhalve twee manieren waarop de aanvrager van een sloopvergunning, ter beoordeling van burgemeester en wethouders, kan aantonen dat de verplichting tot overlegging van een onderzoeksrapport door een deskundig bedrijf op hem niet van toepassing is. Ten eerste door gemotiveerd aan te tonen dat hij vermoedt dat het te slopen bouwwerk geen asbest bevat; ten tweede door gemotiveerd aan te geven waar het asbest zich bevindt. In het voorliggende voorstel tot wijziging van de (model)bouwverordening zijn deze twee manieren nader uitgewerkt. Tot slot vervalt de eis uit het huidige artikel 8.1.2, lid 2, onder j, dat in de aanvraag om sloopvergunning gegevens moeten worden verstrekt over een planmatige aanpak van het selectief verwijderen van het asbest. De verwijdering moet thans in hoofdzaak verplicht plaatsvinden door een deskundig - dat wil tegenwoordig zeggen: gecertificeerd - asbestverwijderingsbedrijfDe daarbij in acht te nemen eisen staan volledig vermeld in beoordelingsrichtlijn BRL 5050, op grond waarvan het asbestverwijderingsbedrijf zijn certificaat verkreeg. Artikel 8.1.6 Weigeren sloopvergunning De weigeringsgronden in het eerste lid van dit artikel zijn limitatief. Wanneer zich geen van de hier genoemde weigeringsgronden voordoet, is de gemeente gehouden de vergunning te verlenen. (Pres. Rb. Alkmaar d.d. 1 september 1994, BR 1994, 933). De strekking van deze weigeringsgronden is niet primair het slopen te verhinderen - behoudens in de gevallen dat er bijvoorbeeld sprake is van een monument - maar het slopen te binden aan regels van veiligheid en selectief slopen. Er wordt van uitgegaan dat het altijd mogelijk is zodanige voorschriften aan de vergunning te verbinden dat voldoende veilig kan worden gesloopt en de vrijkomende materialen in voldoende mate worden gescheiden. Uiteindelijk wordt elk bouwwerk ooit een keer gesloopt De weigeringsgronden van het eerste lid hebben betrekking op de afstemming met eventuele andere toestemming voor het slopen. Het is in verband met het limitatieve karakter van de weigeringsgronden noodzakelijk aan dit lid toe te voegen de gronden -12- II

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 653