Bijlage bij raadsbe^lui.fcpn de dato 15 juni 1998, 3354, Hoofdstuk 7 HET VERWIJDEREN OF retari-s" VERVANGEN VAN ROLLUIKEN 2 Artikel 71 1Dit hoofdstuk is slechts van toepassing op bedrijfsruimten. 2. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op het opknappen van woningen en het tot één of meer woningen verbouwen van een pand boven, onder, naast of anderszins onlosmakelijk verbonden met een bedrijfsruimte. Artikel 72 Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. pand: de naar de straatzijde gerichte, vanaf de openbare weg zichtbare benedenverdieping van een gebouw dat zich bevindt in het rolluikengebied, welke benedenverdieping niet voor bewoning is bestemd of als zodanig in gebruik is. b. aanvrager: de zakelijk gerechtigde respectievelijk de persoonlijk gerechtigde mits deze bij het verwijderen van een rol luik of het aanbrengen van een doorzichtige afsluiting toestemming kan overleggen van de zakelijk gerechtigde; c. doorzichtige afsluiting: slagbestendig glas, dat voldoet aan door Burgemeester en Wethouders vast te stellen normen, dan wel een rolluik, dat in gesloten toestand ten minste voor 75% van de totale oppervlakte doorzichtig is; d. rolluik: een rolluik, rol- of schuifhek. Artikel 73 Ten behoeve van het verwijderen of vervangen van rolluiken kan in het rolluikengebied ten laste van het deelbudget, bedoeld in artikel 4 onder f, geldelijke steun verleend of vastgesteld worden. De geldelijke steun wordt berekend over de bij de vaststelling van de geldelijke steun door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde kosten van de voorzieningen. De geldelijke steun wordt verleend of vastgesteld als bijdrage ineens. Artikel 74 Burgemeester en Wethouders kunnen ten laste van het deelbudget, bedoeld in artikel 4 onder f, een verwijderingsbijdrage verlenen of vaststellen, in de volgende gevallen: a. bij het enkel verwijderen van een rolluik, dat: 1niet kan worden aangemerkt als een doorzichtige afsluiting, en 2. ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening, voor of in het pand op geen grotere afstand dan één meter van de voorzijde bevestigd is geweest, en b. bij het vervangen van een rolluik, dat: 1niet kan worden aangemerkt als een doorzichtige afsluiting, en 2. Voor de etalage van pand, danwel er achter, op geen grotere afstand dan één meter van de voorzijde beves tigd is geweest, door een rolluik, dat wél kan worden aangemerkt als een doorzichtige afsluiting, dan wel een rolluik als achterwand van een etalage. c. bij het vervangen van een rolluik voor of in het pand op geen grotere afstand dan één meter van de voorzijde beves tigd is geweest, door slagbestendig glas. Artikel 75 Burgemeester en Wethouders kunnen ten laste van het deelbudget, bedoeld in artikel 4 onder f, een verwijderingsbijdrage verlenen of vaststellen, in de volgende gevallen: a. bij het vervangen van het glas van een pand door slagbestendig glas zonder dat ter plaatse een rolluik is of zal worden aangebracht; b. voor het vervangen van een rolluik, voor of in het pand op geen grotere afstand dan één meter bevestigd is geweest, door slagbestendig glas; c. voor het vervangen van een rolluik, voor de etalage van het pand, danwel er achter, of in het pand op geen grotere afstand dan één meter van de voorzijde bevestigd is geweest, door slagbestendig glas. Artikel 76 Ingeval van de vervanging van een rolluik, voor of in het pand op geen grotere afstand dan één meter van de voorzijde is bevestigd geweest, door slagbestendig glas kan een verwijderingsbijdrage in combinatie met een vervangingsbijdrage worden verleend. Artikel 77 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 8 wordt de bijdrage in ieder geval geweigerd indien: a. het aanbrengen van het rolluik strijdig zou zijn met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de Woningwet; b. de betreding van de brandweer van het pand ten behoeve van de brandbestrijding, in overeenstemming met de terzake Subsidieverordening Kwaliteit Gebouwen Binnenstad 1997 19 februari 1997

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 680