Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 3 53 3
De verdeling van het batig exploitatiesaldo over 1997 is
- storting in innovatiefonds
- storting in exploitatiefonds
- uitkering aan deelnemers
als volgt:
3.515.335,-
732.535,-
3.400.000.-
totaal
7.647.870,-
De jaarrekening 1997 en Begroting 1999 vraagt om inzicht in de omvang en in de
achtergronden van de risico's waarmee rekening moet worden gehouden. Dit om de
financiële positie van het Havenschap Moerdijk te kunnen beoordelen en te
beïnvloeden. Een risicoanalyse waar het gevaar voor schade of verlies ten gevolge
van interne of externe omstandigheden is nodig voor het beoordelen van de financiële
situatie. De risico's die worden bedoeld zijn risico's waarvoor geen voorzieningen
zijn gevormd, omdat het niet mogelijk is om een redelijke inschatting van het bedrag
van de schade of het verlies is te maken, maar waar wel rekening mee moet worden
gehouden. Hierdoor wordt een evenwichtiger beeld van de financiële situatie
verkregen
Daarnaast is het bij de instelling van fondsen cq. voorzieningen regel dat deze
alleen mogen worden opgenomen als er sprake is van een te kwantificeren financiële
verplichting of financieel risico. De voorziening door middel van een fonds, hier
het innovatiefonds, moet de omvang hebben van de desbetreffende verplichting of het
desbestreffende risico. Het in te stellen innovatiefonds dient nog te worden
voorzien van een dergelijke onderbouwing.
Zoals vermeld in de inleiding zal Breda over het boekjaar 1997 ƒ1.511.840,--
uitgekeerd krijgen. De uitkering komt uit twee bronnen, de lopende exploitatie en de
grondverkopenOver het boekjaar 1997 kan Breda 29,76 procent van het batig saldo
van 3.400.000,-- uit de exploitatie tegemoet zien, zijnde ƒ1.011.840,--, en 1/6 van
3.000.000,-- uit de grondverkopen, zijnde ƒ500.000,--. Breda heeft over het
boekjaar 1996 dezelfde bedragen uitgekeerd gekregen. In 1996 zijn de afspraken
omtrent de winstuitkering aan de deelnemers voor de eerstkomende vijf jaren
vastgelegd. Deze impliceren, dat door het Havenschap Moerdijk in de jaren 1997 tot
en met 2001 voor zover mogelijk jaarlijks van het batig saldo uit de lopende
exploitatie een bedrag van ƒ3.400.000,-- wordt aangewend als uitkering aan de
deelnemers, en wel naar rato van de verdeelsleutel op grond van de respectievelijke
bijdragen in de sanering van 1985 (Breda 29,76 procent).
Daarnaast is de afspraak gemaakt om de eerstkomende vijf jaren uit de opbrengst van
de grondverkopen jaarlijks een bedrag van 3.000.000,-- af te zonderen ter uitkering
aan de deelnemers als versnelde terugbetaling van de saneringsbijdragen van 1985.
Hiermee is tevens bereikt dat de deelnemers voor de eerstkomende vijf jaren voor hun
respectievelijke meerjaren-ramingen reeds thans de te verwachten bijdrage van het
Havenschap Moerdijk kunnen opnemen. Laatsgenoemd bedrag wordt uitgekeerd naar rato
van de in de Gemeenschappelijke Regeling Havenschap Moerdijk opgenomen
verdeelsleutel (1/6 voor Breda), evenwel met dien verstande, dat zodra per deelnemer
de totaal-uitkering op grond van beide voorgenoemde uitkeringen het niveau van de
saneringsbijdrage heeft bereikt, deze deelnemer afziet van verdere uitkeringen en
het meerdere beschikbare bedrag wordt verdeeld onder de overige deelnemers. Dit in
de verhouding waarin elk dezer deelnemers heeft bijgedragen in de sanering uit 1985,
-3-