Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 3 52 9
Bij de uitwerking zullen nadere afspraken gemaakt worden over diverse ver-
keersvoorzieningen. In het bestuurlijk overleg van 11 mei jongstleden is toegezegd
dat de kosten voor de aanleg van de Randweg Princenhage voor rekening komen van het
Ministerie van V&W. Over het beheer en onderhoud dient (zoals gebruikelijk is bij
niet rijkswegen) een nadere overeenkomst gesloten te worden. Verder dient de na
tuurcompensatie gerealiseerd te zijn voor de ingebruikname van de HSL. Daarnaast
wordt de doelstelling om te komen tot duurzaam bouwen onderschreven en wordt extra
aandacht besteed aan de vormgeving van de kunstwerken en geluidschermen
Bij de exacte begrenzing van de inpassingszones kan maatwerk geleverd worden. Het
door de gemeente op te stellen bestemmingsplan HSL en A16 is daartoe het geëigende
instrument
Aan de veiligheid wordt in overleg met betrokken instanties verder invulling
gegeven. In overleg met de gemeente zal een bereikbaarheidsplan worden opgesteld.
Voor wat betreft de Milieu-effectrapportage wordt verwezen naar het advies van de
commissie-MER. Daarin wordt gemeld dat zal worden nagegaan welke mogelijkheden er
zijn om alsnog een ecologische verbinding te creëren tussen het Liesbos en het
Zoudtland.
Aan een aantal opmerkingen van uw Raad wordt niet tegemoet gekomen. Voor wat betreft
de bundeling van de HSL en A16 ter hoogte van de Beeksestraat wordt opgemerkt dat
ten behoeve van de verkeersveiligheid en flexibiliteit voor toekomstige ont
wikkelingen wordt vastgehouden aan de huidige maatvoerig. Een goede visuele
inpassing blijft volgens het Tracebesluit bij die maatvoering mogelijk. Daarnaast
zijn er geen expliciete reacties geweest van omwonenden.
Verder wordt aangegeven dat er geen aanleiding is om naast de normale
vergoedingsregelingen de kosten van bestuurlijke taken van de gemeente te vergoeden.
Conclusie
Het college is van mening dat middels de twee brieven van de Ministers en de
toezeggingen in het bestuurlijk overleg er serieus en met inzet acties zijn
ondernomen om er voor zorg te dragen dat de shuttleverbinding gerealiseerd gaat
worden en gelijktijdig met de HSL operationeel is. Ter informatie melden wij u dat
het hier dus gaat om de aansluiting van shuttleverbinding richting Antwerpen. Het
gaat dus niet om de shuttleverbinding naar Rotterdam. Deze wordt immers via het be
staande spoor gerealiseerd.
De grootste zorg van de Ministers is de vraag of de planning van 2005 gehaald kan
worden. Daarover kunnen zij geen 'absolute' zekerheid geven. Gezien de complexiteit
van het project en de samenhang van dit project met de herstructurering van de spo
ren in de stationsomgeving Breda lijkt dit verklaarbaar.
Ons college blijft erop aandringen bij de Ministers dat de shuttleverbinding voor
2005 gereed is. Een snelle start van de werkzaamheden is daarbij geboden. In die zin
hecht het college grote waarde aan de toezegging van de Ministers dat zij ge
lijktijdig starten met de uitvoering van de shuttleverbinding en de HSL.
w
-3-