Gemeente Breda
Agendapuntnummer 1998/141
Raadsvoorstel
Registratienummer 3350
Dienst/afdeling CON/APA
Aantal bijlagen
Betreft:
Raadsvoorstel 9e wijziging CAR/BUWO.
Vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke Brandweer (bijlage VI van de
CAR/BUWO)
Inleiding
Bij de invoering van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de Bredase
Uitwerkingsovereenkomst 1997 (CAR/BUWO) is ten aanzien van de rechtspositie van de
vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer (hoofdstuk 19 CAR/BUWO) aangegeven dat
terzake een nader voorstel zal worden ingediend. Onlangs heeft het college, op basis
van het delegatiebesluit ten aanzien van wijzigingen in de CAR/BUWO, hoofdstuk 19
vastgesteld*. Op basis van het delegatiebesluit mag het college dit doen als de
binnen Breda ingevoerde regelingen niet afwijken van die waarover binnen het LOGA
(VNG en Centrales van Overheidspersoneel) afspraken zijn gemaakt.
Als vervolg op de invoering van hoofdstuk 19 dient een vergoedingsregeling voor de
vrijwilligers vastgesteld te worden (bijlage VI bij de CAR/BUWO)Aangezien de
voorgestelde vergoedingsregeling afwijkt van hetgeen binnen het LOGA is afgesproken,
is vaststelling voorbehouden aan de raad.
Voorstel
1 De vergoedingsregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer vast te tellen
als bijlage VI bij de CAR/BUWO conform bijgevoegd concept-besluit.
2 De vergoedingen zoals momenteel aan de vrijwilligers worden betaald te handhaven
totdat de vergoedingen zoals binnen het LOGA afgesproken de huidige vergoedingen
evenaren of overstijgen.
Motivering/Toelichting
Op grond van artikel 19:1:9 worden aan de vrijwilligers van de gemeentelijke
vrijwillige brandweer een vergoeding toegekend krachtens bijlage VI, tenzij een
andere regeling is overeengekomen.
Binnen de brandweer zijn er ten aanzien van de model-vergoedingsregeling nu al enige
afwijkingen van kracht, welke gehandhaafd dienen te blijven.
1 Het eerste punt van afwijking is de minimale opkomstvereiste om voor de vaste
vergoeding in aanmerking te komen. Hiermee wordt voorkomen dat de vaste vergoeding
wordt gegeven aan die vrijwilligers die niet minimaal gehoor heeft gegeven aan
tenminste 4 0 van de oproepen voor daadwerkelijke uitruk en 60 van de oproepen
voor oefenen en cursussen.
2 Ten tweede heeft een oproep voor de vrijwilligers van de post Centrale een andere
inhoud dan een oproep voor vrijwilligers van de overige posten. Bij de overige poten
-1-