Gemeente Breda Agendapuntnummer 1998/157 Raadsvoorstel Registratienummer 3491 Dienst/afdeling RME/VASTG Aantal bijlagen Betreft: Verkoop Houtmarkt 9-13 te Breda. Inleiding Enkele maanden geleden hebben wij Schonck, Schul en Stevering makelaardij te Breda opdracht gegeven om namens de gemeente het pand aan de Houtmark 9 - 13 te Breda te verkopen Genoemde makelaardij is er in geslaagd de heren D. Been, P.C.M. Geerts en A.G.M. de Koek bereid te vinden het pand te kopen om het te gaan gebruiken als beleggingsobj eet Voorstel Te besluiten tot verkoop van het pand aan de Houtmarkt 9 - 13 te Breda aan de heren D. Been, P.C.M. Geerts en A.G.M. de Koek door vaststelling van het bijgevoegde concept-besluit Motivering/Toelichting Begin 1993 heeft de gemeente in het kader van de verzelfstandiging en de financiële sanering van de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda het complex Houtmarkt 9- 13 te Breda van de woningbouwvereniging overgenomen. Het complex bestaat uit 16 wooneenheden en 1 bedrijfsruimte (horeca) en wordt thans verhuurd. Reden voor de overname was het steeds optredend tekort op de exploitatie van de woningbouwvereniging, hetgeen gepaard ging met verzoeken om bijdragen aan de gemeente. Destijds leefde nog het idee dat door een herbestemming van het complex betere financiële resultaten zouden worden bereikt. Het complex is daarom ingebracht in het gemeentelijk grondbedrijf met de opdracht voor het complex herontwikkelingsmogelijkheden te onderzoeken. Het onderzoek heeft echter uitgewezen dat, gezien de ligging van het complex, de herontwikelingsmogelijkheden gering zijn. Een gedeelte van het wooncomplex is namelijk ingesloten achter de bebouwing van de Houtmarkt en slechts toegankelijk via een poort aan de Houtmarkt Gelet op de beperkte herontwikkelingsmogelijkheden is in samenwerking met de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting getracht het complex zodanig aan te passen dat het op een financieel verantwoorde wijze kan worden geëxploiteerd. Dit bleek echter niet te lukken en daarom werd ook met andere woningbouwverenigingen bezien welke exploitatiemogelijkheden het object heeft. Ook toen moest geconcludeerd worden dat na aanpassing van het pand een verantwoorde exploitatie onmogelijk is. Vervolgens heeft ons college om die reden in zijn vergadering van 29 april 1997 besloten het pand te verkopen. Te meer nog, omdat het niet past een dergelijk pand permanent in het grondbedrijf te houden en de staat van onderhoud het noodzakelijk -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 842