Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 3124 langs de rijksweg in en hoogte van 3 0 meter wordt uitgevoerd. Opgemerkt wordt dat het hierbij dus niet gaat om losse gebouwen met een hoogte van 3 0 meter. Deze verhoging moet in relatie staan en ten dienste zijn van een bedrijfsgebouw waarbij slechts 25% van de bebouwde oppervlakte met vrijstelling mag worden verhoogd tot 30 meter. Met de bereikbaarheid van het complex na aanleg van de HSL ten behoeve van het woon-werkverkeer is in dit plan geen rekening gehouden omdat de eventueel benodigde maatregelen dit niet binnen het plangebied Hazeldonk Fase II zullen worden getroffen. Hiermee zal bij de plannen voor de HSL echter zeker rekening worden gehouden. De verbetering van de fietsvoorzieningen tussen Rijsbergen en Galder over de Hazeldonksestraat is wellicht wenselijk maar valt buiten de zorg voor een goede ontsluiting van Hazeldonk III en buiten het plangebied. Uitwerking van dergelijke plannen zal binnen andere kaders plaats moeten vinden. Conclusie Deze zienswijzen worden ongegrond beoordeeld. 2. Ministerie van Defensie, DGW&T, directie Noord-Brabant. Inhoud zienswijzen. Is van mening dat het opnemen van een nieuw tracé voor de binnen het plangebied gelegen ondergrondse brandstofleiding voorbarig is. Is van mening dat hiervoor eerst consensus moet zijn met de leidingbeheerder en dat eerst de afspraken hierover vastgelegd moeten zijn. Beoordeling Bij het opstellen van het bestemmingsplan "Hazeldonk Fase III' is er contact geweest met de dienst van appellant. Aan de gemeente is schriftelijk meegedeeld dat de betreffende brandstofleiding verlegd kan worden en het voorstel voor het nieuwe tracé realiseerbaar is. Over enige maanden zal het overleg met de DGW&T worden opgestart over het daadwerkelijk verleggen van de leiding. In dit overleg zullen ook afspraken worden gemaakt over onder andere de kosten van de verlegging en de juiste situering. De verlegging zal bovendien geschieden alvorens op de gronden waarin de bestaande leiding is gelegen bouwwerkzaamheden zullen worden gestart. Conclusie Deze zienswijze wordt ongegrond beoordeeld. 3. Waterschap Mark en Weerijs. Inhoud zienswijze. -3-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 856