Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 4205
Hoewel de voorschriften van het bestemmingsplan Tuinzigt in artikel 6
"Wijkvoorzieningen WV" detailhandel als mogelijkheid toelieten, is het, gezien de
genoemde beleidsnota en het uitgevoerde dpo nimmer de bedoeling geweest een tweede
winkelcentrum mogelijk te kunnen maken.
De partiële herziening 1997/1 van het bestemmingsplan Tuinzigt, locaties
Acaciastraat is dan ook vastgesteld om de voorschriften in overeenstemming te
brengen met de uitgangspunten zoals deze in de toelichting van het bestemmingsplan
Tuinzigt zijn vermeld en welke basis zijn voor het gehele bestemmingsplan.
Door Peha Beleggingsmaatschappij NV werden bouwplannen ingediend, waarvoor door ons
college de bouwvergunningen werden geweigerd wegens strijdigheid met het geldende
bestemmingsplan Tuinzigt.
De tegen deze weigeringen ingestelde bezwaar- beroepsprocedures zijn tot op heden in
het nadeel van Peha Beleggingsmaatschappij NV uitgevallen.
Momenteel is de zaak aanhangig bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State
Juristenkantoor Rhijnfeit stelt in het verzoek om planschadevergoeding, dat door de
vaststelling van het bestemmingsplan Tuinzigt, partiële herziening 1997/1, locaties
Acaciastraat, de mogelijkheid om bouwwerken op te richten met de
(gebruiks)bestemming detailhandel en horeca op het perceel Acaciastraat 19
uitgesloten is, zodat de door cliënten voorgestane wijze van herontwikkeling
onmogelijk is geworden.
Als gevolg van deze wijziging van het planologische regime stelt verzoeker dat
cliënten schade lijden.
Ten aanzien van het planschadeverzoek is in de gemeente van toepassing de
"Procedureverordening bestuursschadevergoeding 1997", die door uw raad op 25
september 1997 is vastgesteld.
Indien het planschadeverzoek ontvankelijk is, dient uw raad als bevoegd orgaan,
ingevolge artikel 6 van deze verordening, opdracht te geven aan de
schadebeoordelingscommissie om ter zake van het planschadeverzoek advies uit te
brengen
Aan het bepaalde in artikel 4, lid 1 van voornoemde verordening is door verzoeker
voldaan (storting f 250,-. alvorens verzoek in behandeling te nemen)
Gezien het vorenstaande dient naar onze mening verzoeker in het verzoek om
planschadevergoeding ontvankelijk te worden verklaard en moet dit in handen worden
gesteld van de schadebeoordelingscommissie.
Consequenties
Vooralsnog geen.
Communicatie
Verzoeker zal het raadsvoorstel en raadsbesluit worden toegezonden.
-2-