Gemeente Breda
Als laatste scenario wordt het Bureau voor Promotie, Toerisme en Recreatie
gepresenteerd. Dit bureau levert een totaalpakket op genoemde gebieden, en bestaat
uit een range van business-units. De VW Breda zou zich met de opzet van dit bureau
belasten en daarna als Business Unit VW opgaan in dit grotere geheel. Het bestuur
cq het toezichthoudend orgaan van dit bureau kent een brede samenstelling. Met name
gezien het feit dat in dit scenario de eindverantwoordelijkheid van de
totstandkoming en de resultaten van de business-units bij de VW ligt, en derhalve
minder een gezamenlijke verantwoordelijkheid betreft met marktpartijen, wijkt dit
scenario fundamenteel af van de twee voorgaande scenario's.
De VW Breda kiest voor scenario 3 als eindmodel voor de ontwikkeling van de VW
Breda-nieuwe-stijlDit gezien het feit dat zich in dit scenario maximale kansen
voordoen om uitwerking te geven aan de in de markt gesignaleerde trends. Naar de
mening van de VW worden in de andere scenario's deze kansen niet -maximaal- benut.
Het college van Breda heeft in dit kader richting de VW Breda aangegeven dat
scenario 2 het meest in aanmerking komt. In Breda spelen op het gebied van toerisme
en recreatie momenteel een groot aantal initiatieven. Deze initiatieven zijn gebaat
bij ondersteuning door een actieve, relatief onafhankelijke partij als de VW.
Uitgangspunt is echter een meer marktconform opereren van de VW, hetgeen het best
kan worden getoetst, en tevens de grootste kans van slagen heeft, indien
samenwerkende partners ook gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het te behalen
eindresultaat. In de vergadering van de commissie Economische Zaken, Cultuur, WAM en
Grondbedrijf van 9 april 1997 wordt dit uitgangspunt onderschreven.
Gezien bovenstaande is de VW Breda door het college verzocht om op basis van
scenario 2 een uitwerkingsvoorstel op te stellen en voor te leggen, waarin
juridische, organisatorische en financiële aspecten integraal worden behandeld.
c. Ondernemingsplan: "Van WV Breda naar Bureau voor Promotie, Recreatie en
Toerisme"
Half juni 1997 wordt vervolgens het uitwerkingsvoorstel aangeboden. Feitelijk gaat
het hierbij om een vijftal "ondernemingsplannen". Vier voor de onderscheiden
business-units (VW, Evenementenbureau, Evenementenfonds en Ticketingoffice) en één
ten behoeve van de koepelorganisatie. Voor het opstellen van de ondernemingsplannen
van de business-units zijn klankbordgroepen in het leven geroepen welke in
belangrijke mate toekomstige partners en marktpartijen vertegenwoordigen. Door deze
klankbordgroepen wordt het uiteindelijke resultaat onderschreven, en wordt tevens
onderschreven dat het aansturen van de business-units en de coördinatie tussen de
business-units een koepelorganisatie vereist.
Alvorens kort in te gaan op de onderscheiden business-units moet worden opgemerkt
dat de VW Breda in tegenstelling tot het verzoek van de gemeente Breda afgeweken is
van scenario 2. Feitelijk gaat het hierbij om een uitwerking van scenario 3, waarbij
de aanbiedingsbrief aangeeft dat de redenen en achtergronden van deze afwijking
uitvoerig in het rapport worden toegelicht. In expliciete zin is dit onzes inziens
-11-