Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 3 909 het schooljaar 1998-1999 wordt gebruikt als overgangsjaar; de rechtspositie van zittende OALT-leraren niet mag worden aangetast; de gemeente verantwoordelijk wordt voor wachtgelden, indien deze ontstaan als gevolg van gemeentelijk beleid. De gemeente heeft tot op heden geen aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor onderwijs in de eigen taal. De uitvoering van het gemeentelijk beleid inzake OET c.q. OALT valt onder verantwoordelijkheid van de onderwijsbegeleidingsdienst. Het OALT-plan moet worden vastgesteld voor de periode van 4 jaar(1998-2002) parallel aan het gemeentelijk onderwijsachterstandsplan. In verband met het overgangsjaar kan worden volstaan met het vaststellen van het plan voor het schooljaar 1998-1999. Over het plan 1999-2002 zullen nadere voorstellen worden gedaan. Voorstel Voorgesteld wordt om 1. het OVG voorstel voor uitvoering voor Onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT) in het basisonderwijs voor het overgangsjaar 1998-1999 integraal over te nemen 2. de gedecentraliseerde rijksmiddelen ad 1.587.518,91 bestemd voor formatie en materiële instandhouding voor het overgangsjaar 1998-1999 ter beschikking te stellen aan de scholen waar OALT wordt uitgevoerd onder de voorwaarde dat a. de scholen daadwerkelijk OALT verzorgen volgens het vastgestelde plan; b. dat niet meer middelen beschikbaar gesteld worden dan door de rijksoverheid wordt gedecentraliseerd; c. dat dienstbegroting SAW en concernbegroting daarop worden aangepast. 3. het eventueel te ontvangen aandeel in het landelijk budget voor nieuwe taalgroepen in het overgangsjaar niet in te zetten; 4. mogelijke overschotten beschikbaar te houden voor OALT in het schooljaar 1999- 2000. Motivering/Toelichting Rekening houdend met het overgangsjaar 1998-1999 zijn er een aantal punten waarover besluitvorming noodzakelijk is. 1. Er moet worden bepaald of OALT geheel wordt ingezet voor achterstandbestrij- ding in de groepen 1 tot en met 4, waardoor geen afzonderlijk OALT-plan meer hoeft te worden vastgesteld; 2. De roosters van de scholen moeten worden aangepast aan de wetgeving. Voor de groepen 5-8 betekent dat, dat maximaal 1.15 uur onder schooltijd aan OALT mag worden besteed, waar dat onder de vorige wetgeving nog 2.30 uur mocht zijn; 3. De gedecentraliseerde rijksgelden moeten worden doorgesluisd naar de scholen die OALT-leraren in dienst hebben en waar OALT wordt gegeven. Voorstellen aan de gemeenteraad kunnen gedaan worden na op overeenstemming gericht overleg met de schoolbesturen. Op pagina 8 van hret uitvoerongsvoorstel wordt -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 964