Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: [8760]
Dienst/afdeling: BD/BEL
Aantal bijlagen: geen
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;
gelet op de artikelen 220 tot en met 220h, 229d, aanhef, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid,
en 255a van de Gemeentewet en artikel 41 van de Wet waardering onroerende zaken;
vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de "Verordening onroerende-
zaakbelastingen Breda 1997".
Artikel 5, eerste lid wordt geschrapt. In de plaats daarvan wordt een nieuw eerste lid
vastgesteld, luidende als volgt:
Artikel 5 Belastingtarieven
Voor elke volle fl. 5.000,-- van de heffingsmaatstaf bedraagt
a. de gebruikersbelasting
1 voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen fl. 6,70;
2 voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen fl. 8,04.
b. de eigenarenbelasting
1 voor onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen fl. 8,36;
2 voor onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen fl. 10,03.
In artikel 3, tweede lid, wordt "19, eerste lid" vervangen door: 19, eerste en tweede lid.
Na artikel 6 wordt een nieuw artikel toegvoegd luidende:
Artikel 6A Lokale lastenverlichting
1. Het bedrag van de belasting, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, wordt voor het gebruik
van onroerende zaken, steeds voor zover het betreft zaken die geheel of gedeeltelijk tot
woning dienen, verminderd met een bedrag van fl. 100,--.
2. Indien het bedrag na een vermindering als bedoeld in het eerste lid negatief is, wordt een
aanslag tot dit negatieve bedrag vastgesteld.
3. Indien ter zake van de in artikel 1, eerste lid, onder a, bedoelde belasting, het op de voet van
artikel 255 van de Gemeentewet kwijt te schelden bedrag lager is dan het bedrag dat zou
zijn kwijtgescholden indien de vermindering, bedoeld in het eerste lid, niet was toegepast,
wordt het verschil tussen die bedragen door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van
de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar bij een voor administratief beroep bij het
college van burgemeester en wethouders vatbare beschikking vastgesteld en uitbetaald aan
degene die om kwijtschelding verzoekt.
besluit:
Artikel I
Artikel II
Artikel III
-1-