Gemeente Breda Raadsbesluit Registratienr: [8760] Dienst/afdeling: BD/BEL Aantal bijlagen: geen De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen gelet op artikel 228 van de Gemeentewet- besluit: vast te stellen de volgende verordening op de heffing en invordering van een precariobelasting voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de penbare dienst bestemde gemeentegrond. A. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Aard van heffing Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Artikel 2 Belastingplicht Belastingplichtig is ieder: a. die ter zake de vereiste vergunning heeft verkregen of; b. van wie, dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond worden aangetroffen. Artikel 3 Aanvang belastingplicht Wanneer in deze verordening het recht is vastgesteld voor een jaar, wordt voor zover in deze verordening niet anders is bepaald, indien de belastingplicht in de loop van het heffingsjaar ontstaat, voor de eerste maal slechts een aanslag opgelegd over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar als er nog maanden overblijven (gedeelten van een maand voor een gehele maand gerekend) en is voor elke maand 1/12 van het jaartarief verschuldigd Artikel 4 Definities 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt voor zover niet anders is bepaald verstaan onder: a. jaar: een kalenderjaar; b. maand: een tijdvak, dat aanvangt op een bepaalde datum van een maand en eindigt op de dag, voorafgaande aan diezelfde datum van de volgende maand; c. week: een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen; d. dag: een tijdvak van 24 uur, aanvangende om 00.00 uur. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1999 | | pagina 1014