Binnen de gemeentelijke organisatie dient er een medewerker te zijn die het zicht houdt op
het totaal van buitenreclame-aangelegenheden. Na de recente reorganisatie van de Dienst
Stadsbeheer is de coördinatie op reclamegebied ondergebracht bij de beleidsmedewerker
openbare ruimte van het Bureau Productontwikkeling en Kwaliteitszorg. Deze coördinator re-
clamebeleid wordt met de verantwoordelijkheid voor onderhandelingen belast en kan zich
daarbij uiteraard bij laten staan door interne en externe deskundigen.
Door een coördinator specifiek voor het reclamebeleid te benoemen, kan de gemeente ook
werk maken van structurele contacten met de reclame-exploitanten. De coördinator zou met
een zekere regelmaat overleg moeten voeren met een exploitant over de totale gang van za
ken. Dat dient mede om te voorkomen dat een exploitant op eigen initiatief allerlei mede
werkers binnen de organisatie gaat benaderen. Eens per jaar zal een beknopte tussentijdse
evaluatie van de overeenkomst tussen gemeente en exploitant worden gehouden. Als deze ook
schriftelijk vastgelegd wordt, heeft de gemeente een goed gevuld dossier bij de hand als er
opnieuw onderhandelingen plaats gaan vinden.
De coördinator draagt er zorg voor om op de hoogte te blijven van de belangrijkste ontwik
kelingen in de buitenreclamemarkt. Daardoor zal de gemeente een professionele gespreks
partner zijn voor reclame-exploitanten. Daarnaast zou de coördinator regelmatig met andere
gemeenten contact kunnen onderhouden over buitenreclame-aangelegenheden. De exploitanten
hebben immers een landelijk bereik en houden zich de hele dag met reclame bezig. Ze beschik
ken daardoor over een flinke kennisvoorsprong. Gemeenten kunnen daar iets aan doen door
ook hun kennis te bundelen.
Werkgroep Reclame
Het moge duidelijk zijn dat een coördinator al deze taken niet in haar eentje kan volbrengen.
Binnen de diensten Stadsbeheer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Milieu en Economische Zaken is
een aantal afdelingen betrokken bij beleid en uitvoering op reclamegebied. Het is aan te beve
len om, onder voorzitterschap van de coördinator, binnen de gemeente een structureel over
leg over beleid en uitvoering op reclamegebied op te zetten. Deze werkgroep kan in feite als
opvolger fungeren van de groep die dit reclameplan tot stand heeft gebracht.
In ieder geval zouden vertegenwoordigers moeten participeren van één van de beheerdistric-
ten, Bureau Regulering, Bureau Communicatie van de Dienst Stadsbeheer, de Afdeling Ruim
telijke Ordening, de afdeling WAM, de afdeling Economische Zaken en het op te richten Evene
mentenbureau. Onderwerpen die in dit overleg aan de orde kunnen komen zijn:
- het adviseren van het gemeentebestuur;
- het voorbereiden en afsluiten van nieuwe contracten;
- het evalueren van bestaande contracten;
- het bespreken van tussentijdse wijzigingen;
- het voorbereiden en toetsen van regels en richtlijnen;
- het beoordelen van handhavingsinspanningen;
- het toetsen van welstandseisen;
- het beoordelen van financiële resultaten;
- het bijhouden van ontwikkelingen op de markt;
- het formuleren van het gemeentelijk beleid op reclamegebied;
- het dienen als een klankbord voor de coördinator;
- het onderhouden van contacten met ondernemers.
Niet voor niets wordt deze opsomming afgesloten met het contact met ondernemers. Eén van
de aanleidingen voor het maken van dit plan was immers het bij plaatselijke ondernemers
ontstane ongenoegen over de gemeentelijke handelwijze bij buitenreclame-aangelegenheden.
Dit plan beoogt duidelijkheid te scheppen voor ondernemers, burgers en exploitanten. Beslis
singen over reclamevoering dienen gebaseerd te zijn op een afweging van de kwaliteit van de
openbare ruimte, de gemeentelijke inkomsten en de maatschappelijke behoefte.
- 22 -